Vergeten groenten

Kerstmis staat voor de deur. Voor veel mensen de tijd om gezellig en véél te eten met familie en vrienden. Toch is het ook een goed moment om stil te staan bij hoe we in Nederland met voedsel omgaan. Want het gaat helaas de verkeerde kant op: voedselverspilling, uitputting van de bodem en een verlies aan biodiversiteit. Gelukkig zijn er oplossingen.

Een van die oplossingen zou wel eens uit Wageningen kunnen komen. Imke de Boer, hoogleraar Dieren en Duurzame Voedselsystemen, bracht samen met 14 partijen (waaronder boeren, milieuorganisaties en wetenschappers) een ambitieus plan de wereld in. Hierin bedachten zij voor grote veranderingen voor ons voedselsysteem.

In een interview met De Correspondent licht De Boer het plan toe. Een van de dingen die ze zegt is dat ons voedselsysteem op de schop moet. We moeten gaan leven binnen ‘de draagkracht van de aarde’. Dit betekent dat we moeten gaan eten wat de aarde ons kan bieden in plaats van produceren wat we willen eten.

Produceren wat de aarde aankan doen we het beste door van intensieve naar regeneratieve landbouw over te gaan. Dit is landbouw die zich richt op herstel en duurzaam beheren van de bodem, in plaats van die uit te putten. Hier hoort ook een omslag bij van monocultuur naar mengteelt, zo zeggen de initiatiefnemers van het plan. Denk aan het planten van veel verschillende gewassen in rijen of stroken, in plaats van grote hoeveelheden van één gewas.

Met het land mee

Ook zouden Nederlanders veel meer moeten gaan eten wat de pot schaft: meer plantaardig en met het land mee. Dat laatste betekent seizoensgroente en -fruit en gewassen die bij ons klimaat en de bodem passen. Ook komt ons voedsel vaker uit de buurt van waar we wonen. De Boer benoemt als voorbeeld dat er in een straal van 10 tot 12 kilometer rond Amsterdam een miljoen liter melk geproduceerd wordt. Veel Amsterdammers weten dit niet. Het is zonde als die melk niet door hen gedronken wordt, maar naar andere plekken gaat.

Andere aanbevelingen zijn: experimenteer met veel verschillende soorten groente en fruit, eet en kook samen, wees creatief met restjes en bezoek eens een boerderij. We zouden aardiger voor de dieren moeten zijn en er moet meer verbinding zijn tussen de boer en de consument. Dit zorgt ervoor dat mensen zich meer verbonden gaan voelen met het voedsel en zich meer verantwoordelijk zullen voelen voor de natuur en het landschap.            

Ons voedsel: wat kun jij doen?

Re-rooting the Dutch food system: from more to better (bron: WUR Wageningen University &Research (Wageningen University &Research))

Film Kiss the ground

De boodschap van De Boer komt ook naar voren in de anderhalf uur durende film Kiss the Ground (2020) van onder andere regisseurs Josh Tickell, Rebecca Tickell en acteur en milieuactivist Woody Harrelson. De mensheid negeert het bodemleven en daardoor raakt de grond uitgeput, aldus wetenschappers die aan het woord komen in de film. Dit komt ook door bestrijdingsmiddelen en mechanische werktuigen, die de bovenste laag grond braakleggen. Zonder begroeiing kan de grond geen voedingsstoffen opnemen en verdwijnt het bodemleven. Dit heeft gevolgen voor ons voedsel. Want op woestijngrond groeit niets.

Uit de documentaire komt een doemscenario naar voren: de mens kan nog maar zestig keer oogsten, voordat de bodem zó droog en levenloos is, dat de aarde ons niets meer terug kan geven.

Droge bodem Hoge Veluwe 

Tijd voor actie

De film Kiss the ground bezorgt mij het gevoel van een steen die in mijn maag ligt. ’s Nachts lig ik er wakker van. Ik moet denken aan de droge grond onder mijn voeten, deze zomer tijdens een wandeltocht. Gelukkig klinkt het plan van De Boer hoopgevend. Ik zou best nóg plantaardiger willen eten. Vegetariër ben ik al een tijdje. Ook zou ik het wel interessant en een fijn idee vinden om groente te eten die in de buurt is geteeld. Maar ik heb geen tuin en dus kan ik geen moestuin beginnen. Wat kan ik dan doen?

Atlas-redacteur wordt herenboer

Al snel dient de oplossing zich aan. Een vriendin van mij vertelt al een tijdje enthousiaste verhalen over een boerderij waar zij en haar partner lid van zijn geworden, en waar gezamenlijk wordt nagedacht over groente, fruit, vlees en eieren produceren. Ook deelt ze inspirerende foto’s van de groenten en gerechten op Instagram.

Ik raak geïnspireerd en het verhaal van mijn vriendin sluit mooi aan bij het plan van De Boer. Want ook zij noemt Herenboeren in het interview met de Correspondent:

“Herenboeren Nederland heeft meegedaan met de ontwikkeling van onze visie. Bij die stichting gaan ze op zoek naar tweehonderd families, die leggen allemaal tweeduizend euro in. Daarmee starten ze een boerderij; ze huren een boer in, ze gaan in gesprek met elkaar en met de boer, en die boer gaat vervolgens specifiek voor die tweehonderd gezinnen produceren wat zij willen. Met 20 hectare kun je ongeveer 60 procent van het voedsel produceren voor die families. Het interessante is dat de Herenboer in Boxtel, waar het begonnen is, laat zien dat je onder de kostprijs van biologisch voedsel kunt produceren! Terwijl het toch op een biologische manier gebeurt. Dus het is te doen, en het kan wel degelijk voor een eerlijke prijs. Al zal het wel iets, niet veel, maar iets meer kosten dan nu het geval is.”

Tot mijn verbazing en vreugde zie ik na een beetje googelen dat er een paar maanden geleden zo’n boerderij is gestart in De Bilt, ten oosten van Utrecht. Ik stuur gelijk een e-mailtje. Al snel krijg ik antwoord: er is nog plek voor meer leden.

Herenboerderij Nieuw Bureveld

De Herenboerderij in de Bilt, Nieuw Bureveld, is op dit moment bijna 9 maanden in bedrijf en pacht 10 hectare. Er werken twee boeren, Mick en Renée, ieder ongeveer vier dagen in de week. Op dit moment zijn er 200 gezinnen lid. Dit komt erop neer dat de boerderij elke week ongeveer 500 monden voedt. Er wordt met het seizoen mee gegeten. Dit betekent in de winter bijvoorbeeld palmkool en bieten, in het voorjaar sla en radijsjes, in de zomer broccoli, peultjes, courgette en snijbiet en in de herfst pompoen en aardappelen.

Ik denk er niet lang over na en besluit mij in te kopen. Voor 1000 euro en 41 euro per maand, mag ik elke zaterdag van 10 tot 15 uur mijn groente ophalen. Ik heb één vegetarische mond: groente en eieren voor één persoon en geen vlees. De boerderij heeft nog geen eigen runderen. Het vlees komt van de zorgboerderij die naast Nieuw Bureveld ligt en dezelfde naam heeft.

Hoewel ik het leuk vind om mij te laten verrassen door welke groente er elke week beschikbaar zijn, krijg ik elke week een prachtige nieuwsbrief waarin staat welke groente er die week geoogst wordt. Zo kan ik alvast wat recepten opduiken.

Herenboerderij Nieuw-Burenveld

Opening Herenboerderij Nieuw Bureveld in mei 2022 (Bron: Wim van der Ende)

Eerste keer groente halen

De allereerste keer groente halen vind ik best een beetje spannend. Ik weet niet zo goed wat ik kan verwachten. Gelukkig ben ik vooral nieuwsgierig: hoe smaakt andijvie die ’s morgens nog in de Biltse prut stond? Hoe zal de sfeer zijn? Het voelt als een avontuur.

Op de fiets

Gelukkig merk ik dat het bezoekje aan de boerderij al snel routine wordt. Elke zaterdag stap ik vroeg op de fiets. Want 15 kilometer heen en weer terug, daar doe ik wel even over. Gelukkig ben ik sportief aangelegd. Heerlijk om via het trappen op de pedalen mijn hoofd leeg te maken. De Boer zegt hier ook over in het interview met De Correspondent: “Wanneer je wandelt of fietst, ga je ook voelen wat de boeren doen in zo’n gebied. En wat ze bijdragen aan de biodiversiteit.”

Op de fiets

Op de fiets (Bron: Eline Wester)

Heel belangrijk is om niet mijn grote boodschappentas te vergeten. Elke week krijg ik naast groente ook een eitje. Hoewel ik het spreekwoord ‘Eén ei is geen ei’ ken, geniet ik extra van dit eitje. Omdat ik weet waar dit eitje vandaan komt en ik de kippen vanmorgen nog gezien heb. Er is ook graan aangeplant en dus krijg ik ook een brood, dat ik elke week vrolijk in mijn tas werp.

In de rij voor vitamientjes

Knollen uit het veld

Als ik aankom bij de boerderij hangt er altijd een vrolijke sfeer. Er vormt zich een slordige rij van mensen met soms nog slaperige ogen en boodschappentassen in de hand. Want ik ben er altijd vroeg. Eerst zeg ik mijn lidnummer, waarna mijn naam wordt afgestreept. In het schema dat op een bord is geschreven, lees ik af welke groente er is en hoeveel ik mag pakken. Dan loop ik langs de bakken met groente. Vaak aardappelen en uien en daarna de oogst van die week. Ik klop het zand van de prei en stop het in mijn tas.

Veel mensen nemen hun kinderen mee. Ik vind het mooi om te zien dat zij zo op jonge leeftijd al veel meer een connectie krijgen met de varkens en de koeien, maar ook met de groente. Hoe ze groeien, waar ze vandaan komen en hoe ze eruitzien: ongesneden, met de wortels en de warme aarde er nog aan. Meer dan eens hoor ik een kinderstemmetje vragen: “Wat is dat, mama?” Om vervolgens te moeten lachen, omdat de ouders en ik het ook niet altijd precies weten. 

Creatief met (vergeten) groente

Soms wakkeren de groenten dan ook de creativiteit aan. Eerst moet je erachter zien te komen wat je precies in je tas hebt zitten. Dan volgt al snel de vraag: wat kun je er precies mee? Zo blijkt een rammenas een soort hele grote radijs te zijn. Ik snijd hem in plakjes en verwerk hem in de pompoensoep. Ik durf zelfs een plakje rauw in mijn mond te steken, gewaarschuwd als ik ben voor de pittigheid. Het blijkt mee te vallen.

Nog zoiets: kan ik de schil van een koolrabi eigenlijk eten? Dit blijkt niet zo te zijn. En wat ga ik met de boerenkool doen, die ik in grote hoeveelheid krijg, maar ik waar ik eigenlijk niet van hou? Ik blader door een aantal receptenboeken en zoek op internet wat ik ermee kan. Tot mijn grote opluchting zijn er alternatieven voor de boerenkoolstamppot. Ik verwerk de gevreesde boerenkool gecombineerd met maar liefst drie tenen knoflook in een risotto. Het werkt: zo vind ik het wel lekker!

De afgelopen maanden lagen er dus bekende en minder bekende, zelfs vergeten groenten op mijn bord. De bekende smaken waren andijvie, spitskool, verschillende soorten sla, rode bietjes, spruitjes, pompoen en prei. Minder bekend waren voor mij naast rammenas, koolrabi, knolselderij en radicchio. 

Risotto

Verse andijvie en vrolijke spruiten

Ik heb veel werk aan de andijvie van de boerderij: wassen, wassen en nog eens wassen. Maar ik doe het graag, want een van mijn lievelingskostjes is andijviestamppot. En als ik na het koken een hap neem van de dampende stamppot, volgt een ware smaakexplosie. De andijvie is knapperig, fris en diep van smaak. Een geheel nieuwe ervaring, die indruk achterlaat. Ik besluit nooit meer voorgesneden andijvie uit de supermarkt te kopen.

Ook de spruitjes zorgen voor een positief gevoel en een lach op mijn gezicht: wat zien ze er grappig uit zo vers van het land. Ze groeien aan een stam en hebben een grappige ‘pruik’. Een feestje om ze in mijn tas mee naar huis te nemen.  

Inmaken

Weckpot

Soms heb ik moeite om de groente in mijn eentje op te eten. Net na de zomer, het oogstseizoen, komt er meer groente van het land dan ik kan opeten. Ik onderneem actie: op Marktplaats tik ik snel een groot aantal weckpotten op de kop. Ik koop een receptenboek over inmaken, duik weer het internet op en besluit dit avontuur aan te gaan. Het geeft me een vrolijk gevoel, op de een of andere manier voel ik me heel verbonden met vroegere tijden en het leven van mijn grootouders. Ik maak appelmoes in en ik doe hetzelfde met bietjes. De inhoud van de potten kan ik een heel jaar bewaren. Ik ben benieuwd naar de smaken, dat blijft nog even een verrassing. 

Een goed gevoel

Al met al geeft het mij een goed gevoel dat ik Herenboer ben geworden. Ik voel mij meer verbonden met de omgeving. Ik ben mij veel bewuster van de natuur en hoeveel tijd en energie het kost om groente te laten groeien. In de toekomst wil ik actiever worden bij de Herenboerderij, zodat ik ook via de mensen meer in verbinding kom met mijn omgeving.

Minder plastic, meer zand

Als ik nu in de supermarkt kom, bekruipt me soms het gevoel van vervreemding. Het valt me nog meer dan vroeger op hoeveel plastic er glimt en schittert. Doordat ik nu Herenboer ben, zijn plastic verpakkingen bijna helemaal uit mijn leven verdwenen. Daar kwam overigens wel iets voor in de plaats: zand. Tegenwoordig schuurt en knarst het tijdens het kauwen regelmatig tussen mijn tanden. Opgewekt denk ik dan: dichter bij de bodem kun je niet komen.

Wat kun jij doen?

Volgens De Boer kan niet alleen ik, maar iedereen bijdragen aan de oplossing. Want, zo zegt ze tegen de Correspondent, iedere Nederlander kan meer plantaardig en uit het seizoen eten. Of proberen minder voedsel weg te gooien, bijvoorbeeld door van restjes soep te maken. Maar ook dat het al helpt om een paar dagen in de week zonder vlees of eieren een maaltijd te koken. Wil jij komende tijd ook met duurzame en lokale groente aan de slag? Kook dan dit lokale en duurzame kerstdiner.

Een lokaal en duurzaam kerstdiner

Gedekte kersttafel

Hoe kun je met kerst nou een beetje duurzaam tafelen met je vrienden en familie? Hieronder vind je een voorstel met groenten die goed verbouwd kunnen worden op Nederlandse bodem én zo uit de grond bij jou in de buurt zouden kunnen komen.

Voorgerecht - Carpaccio van koolrabi
Een carpaccio kun je prima zonder vlees maken. Bijvoorbeeld met koolrabi, op smaak gebracht met limoen en tijm.

Hoofdgerecht - Gepofte knolselderij met hazelnootpesto en hangop
De knolselderij verdient de hoofdrol in een lokaal en duurzaam kerstdiner. Lekker met een speciale hazelnootpesto en hangop.

Nagerecht - Vegan wentelteefjes
Maak wentelteefjes om oud brood op te maken, een heerlijk Hollands recept.

Meer inspiratie vind je bijvoorbeeld ook op Vegatopia.

Meer informatie