Het kan zijn dat je last hebt van geurhinder wanneer je vlakbij een veehouderij woont. Het lijkt misschien lastig om hier iets aan te doen. Toch kunnen kleine stappen uiteindelijk voor verbetering zorgen. Meld de overlast bijvoorbeeld bij de eigenaar van de veehouderij, de gemeente of de provincie.
Wat kan ik doen als ik overlast ervaar?
- U kunt uw klacht over geurhinder melden bij uw gemeente of milieuklachten.nl. Er is misschien niet direct iets aan de geurhinder te doen. Maar het is belangrijk dat de gemeente en de provincie weten dat mensen er op een bepaalde plek last van hebben.
- Heeft u ook gezondheidsklachten door geurhinder? Meld dit dan bij uw GGD.
- De GGD-en raden aan om het gesprek aan te gaan met de veroorzaker van de geur. Deze kan het probleem misschien niet gelijk oplossen. Maar als de veroorzaker niet weet dat u last heeft, gebeurt er sowieso niets.
- Woont u in een gebied met veebedrijven? Hou de ontwikkelingen om u heen in de gaten. Zorg dat u bijtijds weet of een bedrijf wil uitbreiden of starten. U kunt dan vaak meepraten over de ontwikkelingen.
Heeft u erge last van de vieze geur? Dit kan stress veroorzaken. En dit kan weer leiden tot gezondheidsklachten. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van hoofdpijn en misselijkheid. Sommige mensen slapen er slecht door of doen de ramen niet meer open. Er zijn ook mensen die niet meer buiten zitten of geen bezoek meer durven ontvangen vanwege de geur. Geurhinder kan dus een grote invloed hebben op uw leven. Geurhinder kan een prikkelend, irriterend of branderig gevoel in uw neus geven. Hierdoor gaat u mogelijk minder diep ademhalen of uw adem inhouden. Andere genoemde klachten zijn benauwdheid, duizeligheid, maagpijn, slapeloosheid en zelfs angst en depressie.
Andere gezondheidsklachten door veebedrijven
De geur van de veehouderij komt meestal door een mix van tientallen stoffen in de lucht. De hoeveelheden daarvan zijn meestal laag en dus niet giftig. Er kunnen wel bacteriën en ziekteverwekkers in de lucht zitten en fijnstof uit het veebedrijf. Er is een groot onderzoek geweest naar gezondheidsklachten van omwonenden. In de onderzochte jaren bleken mensen die dichtbij geitenbedrijven wonen vaker een longontsteking te hebben dan mensen die verder weg wonen. Er wordt nu onderzocht wat daar de oorzaak van is. Dicht in de buurt van veel veebedrijven hebben mensen vaker een minder goede longfunctie.
Ernstige geurhinder door veebedrijven en het uitrijden van mest kwam in 2016 het meest voorin Groningen (5,5%), Friesland (4,8%) en Drenthe (4,1%). Landelijk gezien is ernstige geurhinder door deze bronnen gedaald van 5% in 1993 naar 2,5% in 2016.
De cijfers komen uit de zevende Inventarisatie Verstoringen 2016. Deze laat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) ongeveer eens in de zes jaar uitvoeren over de beleving van de woonomgeving. Dit keer namen ruim 8.000 inwoners van Nederland van 16 jaar en ouder deel. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) voerden het onderzoek uit.
En hoe zit het in mijn buurt- of gemeente?
In de ene gemeente is vaak meer geurhinder dan in de andere gemeente. Op bovenstaande kaarten ziet u dat in Noord-Brabantse en Limburgse gemeenten het percentage ernstige geurhinder varieerde van 0 tot 16% in 2016. In het Oosten van Noord-Brabant, en het Westen van Noord-Limburg zijn de percentages het hoogst.
Woont u in een andere provincie? Het kan de moeite waard zijn om bij uw GGD navraag te doen naar cijfers uit de vierjaarlijkse gezondheidsenquête van de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’en, het CBS en het RIVM. Ongeveer de helft van de GGD’en neemt geurhinder hierin mee. Dat doen ze ieder op hun eigen manier, wat aansluit bij wat er speelt in de regio. Daarom kan de Atlas de gegevens niet samen op één landelijke kaart laten zien.
Uw gemeente en provincie hebben de taak om geuroverlast te voorkómen. De regels voor geur van veehouderijen zitten in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet geurhinder veehouderij (Wgv). Bij de beoordeling van een ruimtelijk plan moet het bevoegd gezag volgens de Wet milieubeheer zorgen voor een ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat’.
Vergunningen
Vanuit de Wabo is de vergunningverlening geregeld. Bedrijven moeten zo’n vergunning aanvragen bij de gemeente als het bijvoorbeeld om een bedrijf met meer dan 3.750 biggen gaat of als ze voor veel fijnstof in de omgeving kunnen zorgen. Bij de vergunningverlening gelden voor geur uit stallen de regels in de Wet geurhinder veehouderij (Wgv). Voor andere activiteiten, zoals voer mengen of mestverwerking geldt het zogenaamde ‘Activiteitenbesluit’. Hierin staan voorschriften voor geur door die specifieke activiteiten. Een bedrijf heeft de plicht om vooraf na te gaan hoe ze geurhinder kan voorkomen. Bijvoorbeeld door ramen in de stal te sluiten of door technische maatregelen als luchtwassers die geur uit de uitgaande lucht filteren. Komt een bedrijf deze verplichting niet na? Dan kan een gemeente of provincie een boete of dwangsom opleggen.
Regels hangen vaak af van gemeente en provincie
Veel provincies en een aantal gemeenten hebben geur in lokaal beleid verder uitgewerkt. Zij bepalen hoeveel hinder aanvaardbaar is in verschillende situaties. Er kunnen dus andere regels gelden voor bestaande en nieuwe situaties en tussen aaneengesloten en verspreid liggende woningen rond het bedrijf.
Kritisch rapport ‘Geur bekennen’
De wetgeving voor geurhinder door veehouderij laat te wensen over, zo oordeelde de Commissie Biesheuvel in 2019. De regelgeving is ingewikkeld en mensen ervaren ondanks de regels toch (veel) geurhinder. De Wet geurhinder veehouderij kijkt alleen naar afzonderlijke bedrijven. Maar geurhinder wordt vaak veroorzaakt wordt door meerdere bedrijven tegelijk. Het leek erop dat luchtwassers geurhinder konden voorkomen. Boeren werden verplicht die aan te schaffen. In de praktijk viel dat tegen. Daardoor ontstond meer geurhinder dan was verwacht bij het verlenen van de vergunningen.
De Rijksoverheid heeft inmiddels de te verwachten vermindering van geurhinder door luchtwassers bijgesteld in de Regeling geurhinder en veehouderij. Verder heeft de staatssecretaris van IenW beloofd om te kijken hoe de wetgeving verder verbeterd kan worden. Zij laat onderzoekers bekijken of en hoe geur beter gemeten kan worden, bijvoorbeeld met sensoren (kleine meetinstrumenten). En het wordt voor varkensboeren aantrekkelijker gemaakt om hun bedrijf op te geven. Daar bestaat nu een goede financiële regeling voor.
Zit geur in de Omgevingswet?
De wetgeving rond de leefomgeving gaat binnen een aantal jaar veranderen. In de nieuwe Omgevingswet gaan provincies en gemeenten hun plannen voor de toekomst vastleggen in hun omgevingsvisies. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen bijvoorbeeld water, milieu en landschap in de toekomst. Die worden door gemeenten verder uitgewerkt in omgevingsplannen.
Het is nu al zo dat provincies en gemeenten zelf kunnen bepalen hoeveel geurhinder door veehouderijen zij toestaan; het zogenaamde ‘aanvaardbaar hinderniveau’. Dat blijft zo, straks is dat helemaal niet meer vastgelegd in rijksregels. Wel geldt er een specifieke zorgplicht om nadelige gevolgen van een milieubelastende activiteit zoveel mogelijk te beperken. Hieronder valt ook het beperken van geurhinder. De zorgplicht houdt in dat zowel overheden, bedrijven als burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. En dus niet alleen de overheid. Als het goed is, worden burgers dus meer betrokken bij besluiten over de leefomgeving (‘participatie’). Lees hier meer over op de website Aan de Slag met de Omgevingswet. GGD Nederland wil dat de Omgevingswet zorgt voor minder geuroverlast dan nu.