Atlas-medewerker Stéphanie Wesselink is een geboren en getogen Rotterdammer en een echt stadsmens. Maar ze is ook gek op de natuur. Die staat onder druk in steden. Stéphanie interviewt Roxy Tacq, adviseur belangenbehartiger bij de ANWB. Hoe maak je met micromobiliteit meer ruimte voor groen in de stad?   

Als Rotterdammer ben ik de toeterende auto’s op de Zwartjanstraat of de fietsfiles bij de Erasmusbrug gewend. Maar van stille Felyx-scooters met vrolijke studenten en ouders op elektrische steps krijg ik elke keer weer een lach op mijn gezicht. Het lijkt wel alsof wij in korte tijd een paar jaar vooruitgaan in de tijd. Waar stil, divers en milieuvriendelijk vervoer de normaalste zaak van de wereld is. De Correspondent ging nog wat verder en deelde de utopieën van kunstenaar Jan Kamensky: wat krijg je als je auto's laat verdwijnen? Ik start met dromen. Hoe mooi zou het zijn als ik op e-vervoer naar mijn favoriete natuurplekken afreis? Zo wordt ook mijn dagje weg een stuk schoner en groener! Tijd om verder te dromen. Want hoe zag het verkeer in de stad er vroeger uit?

Hoe de auto het symbool van vrijheid was 

In de jaren 60 maakt groen in de stad plaats voor parkeerplekken. Steeds meer mensen gingen buiten de stad wonen en de woon-werkverkeerstroom groeide. De auto was een symbool van vrijheid: hij bracht je overal en snel. De Catherijnesingel in Utrecht werd gedempt en omgebouwd tot autoweg. Vijftig jaar later moeten beton en weg weer plaatsmaken voor een singel omringd door groen. De auto is niet meer het symbool van vrijheid. Je herkent misschien wel dat frustrerende gevoel om met honderden mensen urenlang vast te staan in een file. Of de irritatie wanneer je dat drukke kruispunt middenin de stad probeert over te steken, maar niemand je er tussenlaat. En mis jij net als ik ook de groene en blauwe plekken in de stad? Als ik naar mijn eigen leefomgeving op de Check je plek-tool kijk, merk ik dat een natuurvriendelijke stad hard nodig is.

Een natuurvriendelijke stad is hard nodig

Score Check je plek


Op Check je plek op Atlas Leefomgeving zie ik dat mijn buurt Crooswijk slecht scoort op luchtkwaliteit. Om eerlijk te zijn verbaast het mij niet. Ik huur namelijk een appartement in één van de grootste en drukste steden van Nederland. En ik woon dichtbij de snelweg. Rond de spits zie ik de auto’s van de afrit in mijn buurt het centrum in kruipen. Het kruispunt om de hoek is een examenplek voor verkeersregelaars. Zo druk is het.

Maar ook 'groen’ laat niet de score zien waar ik op hoopte. De laatste jaren vergroende  de gemeente mijn buurt. Zo maakte  het stenen voetpad aan de ene kant van de Rotte al plaats voor een groenstrook. De andere kant staat dit jaar nog op de planning. Je kunt nu duidelijk het verschil zien. En de groene kant is zoveel leuker! Meer natuur in de stad klinkt mij dus als muziek in de oren.

Het zet mij aan het denken: kunnen de stille Felyx-scooters en elektrische steps bijdragen aan een groenere en schonere stad? Ik sprak erover met Roxy Tacq. Voor de ANWB werkt zij aan het programma ‘Verkeer in de stad': een nieuw ontwerp voor de stedelijke ruimte. Roxy is een groot voorstander van micromobiliteit en ziet kansen om meer ruimte vrij te maken voor groen.

Een natuurvriendelijke stad, wat is er nodig?

Roxy Tacq ANWB

Roxy vertelt: “Bij de ANWB willen wij mobiliteit niet verminderen. Wij zien het als basisbehoefte. Denk aan  jouw hardlooprondje of als je onderweg bent naar werk, sport en vrienden.” Ook Roxy ziet dat de stad steeds drukker wordt en de behoefte aan groen en plekken om te ontspannen groeit. “Wij willen dat er meer alternatieven voor de auto komen, zodat mensen mobiel blijven en ruimte vrij komt.” Daarin ziet zij kansen voor micromobiliteit. Roxy: “Onder micromobiliteit verstaan we alles wat beweegt en lichter is dan de auto. Bijvoorbeeld een step, een cargobike, maar ook de fiets.” En dat is goed nieuws voor natuur in de stad!  

De openbare ruimte in steden is vaak beperkt. “Wij moeten een betere balans creëren met meer ruimte voor recreatie,” stelt Roxy. “Zoals een terras of plein. Maar ook meer plek voor groen en water.” Wat betekent dat voor de stad zoals die er nu uitziet? Roxy: “We moeten meer ruimte (letterlijk en figuurlijk) maken voor de fiets en andere micromobiliteiten. Het fietspad is nu op veel plekken te druk. Dit leidt tot conflicten. Verbreden kan niet overal. Vandaar dat we nagedacht hebben hoe je dat anders kunt inrichten. Daarvoor ontwikkelden we een ontwerpmethodiek ‘Verkeer in de stad'. Gemeenten gebruiken deze methode.”

Een andere kans is micromobiliteit als deelvoertuig. In sommige steden zie je ze al: deelfietsen, deelscooters en deelbakfietsen. Je kunt hiermee flexibeler reizen en bent niet afhankelijk van je  eigen vervoersmiddel of het OV. Deze flexibele ritten vervangen een deel van het autoverkeer in steden. Hierdoor blijft meer ruimte over en zijn er minder parkeerplekken nodig. Nog een mooi voordeel: de meeste kleine voertuigen zijn elektrisch en stoten minder uit. Dat klinkt als een goed idee. Wat houdt ons nog tegen?

Een natuurvriendelijke stad, wat houdt ons tegen?

De nieuwe vervoersmiddelen roepen soms ook weerstand op van bewoners. De cargobike neemt veel plek in op het fietspad. De Felyx-scooters staan ‘wild geparkeerd’ op de stoepen. Volgens Roxy is de ruimte nu niet optimaal ingedeeld. “Wij denken dat het deelvervoer juist ruimte creëert en niet in beslag neemt. Je moet goed nadenken over welke voertuigen je waar toe laat. Als ANWB zien wij mogelijkheden voor het mengen van verschillende verkeersdeelnemers bij lagere snelheden en scheiden bij hogere snelheden. Goede routes voor de auto en de fiets bestaan. Wij willen ook routes voor voertuigen die nu tussen wal en schip vallen: de cargobikes, e-scooters en biro’s. Hierdoor voorkom je volle fietspaden en wordt bijvoorbeeld de cargobike een mooi alternatief voor de auto en bestelauto.”

Stedelijk verkeersmilieus en bijbehorend snelheidsregime

Bron: Ontwerpmethodiek ‘Verkeer in de stad’

Door de binnenstad reizen met mijn fiets of biro is beter voor de luchtkwaliteit. En biedt kansen voor een natuurvriendelijke stad. Dat zou al een mooie stap zijn die ik zelf maak richting een schonere reis in de stad. Maar als stadsmens houd ik ook van de natuur. Hoe kom ik daar op een milieuvriendelijke manier? 

Een natuurvriendelijke stad, wat is de volgende stap?

Naast ‘verkeer in de stad’ komt de ANWB binnenkort met een ‘Visie stedelijke mobiliteit’. Roxy: “Wij denken daarbij ook na over de rol van hubs. Dat zijn plekken waar je overstapt van de auto of de trein op ander vervoer.” Niet alleen inwoners van de stad rijden door de binnenstad. Maar ook mensen van buiten de stad die komen voor een dagje shoppen, een avondje dineren of een mooie stadswandeling. Roxy: “Ongeveer 10 procent van het verkeer is zoekverkeer: voor een parkeerplek of de juiste route. Met hubs wordt de stad makkelijker en sneller te bereiken.” Eerst een stukje met de trein om vervolgens een Felyx of fiets te pakken. Dat zijn mooie plannen van de ANWB. Maar wat kan ik zelf doen om mijn footprint te verminderen?

Auto's die wegvliegen, bomen die invliegen

geveltuin klein

Na het gesprek met Roxy heb ik het idee dat wij in Nederland een mooiere toekomst tegemoet (kunnen) gaan. En zoals ze vaak zeggen: een mooiere toekomst begint bij jezelf. Deze maand ga ik daarom minder onnodige ritten maken. En gebruik ik minder ruimte op de weg: als ik mijn uitje wat ruimer inplan, kan ik met mijn skates en metro een heel eind komen. En de auto laten staan. Misschien kan ik mijn auto wel delen met iemand? Dat scheelt parkeerruimte! Die kan je mooi opvullen met geveltuintjes. Vol met diverse planten en bomen. 

Dit zijn mijn eerste stappen. Voorlopig blijf ik nog even verder dromen. Wat zou het mooi zijn als de utopie van kunstenaar Jan Kamensky werkelijkheid wordt? Auto's die wegvliegen en bomen die invliegen. Pleinen en gebouwen die vergroenen. Rijbanen die plaats maken voor water. Verschillende dieren die zich welkom voelen in het centrum. Op die manier hoef ik niet eens te reizen voor mijn stukje natuur. Die vind ik namelijk bij mij om de hoek. In mijn eigen stad... Dromen mag, toch?

Tekst: Stéphanie Wesselink, Atlas Leefomgeving
Beeld: Pure Budget