Op donderdag 4 april vindt de vierde editie van de Wandel naar je Werk-dag plaats. Deze nationale campagne van Wandelnet roept heel Nederland op naar het werk te lopen. Hoe mooi zou het zijn als meer mensen naar hun werk zouden lopen? Niet één dag per jaar, maar alle dagen van het jaar? Dan moet de voetganger echter wel meer ruimte krijgen in de stad.
Wandelen naar je werk heeft veel voordelen. Lopen is gezond, werkt stressverlagend en je wordt er productief van. En creatief bovendien. Wie kent dat niet? Je zit vast met een taak, gaat even wandelen, en hup, daar komt de oplossing naar boven borrelen. Maar ook voor het milieu is wandelen goed: de benenwagen stoot immers geen CO2 uit. Wandelnet wil op de Wandel naar je Werk-dag zoveel mogelijk Nederlanders op de been krijgen. Zo wil het aandacht te vragen voor lopen als manier om je (naar je werk) te verplaatsen.
Benenwagen minst populaire forensmiddel
De benenwagen is misschien niet het snelste, maar wel het goedkoopste en betrouwbaarste vervoermiddel. Als je het verstandig gebruikt, hoef je geen onderdelen te vervangen; bovendien heb je geen brandstof nodig. En van vertragingen, lekke banden en lange files heb je ook geen last. Toch wandelen er maar weinig mensen naar hun werk, zo blijkt uit Onderzoek Verplaatsingen in Nederland van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)). In 2016 verplaatste slechts iets meer dan 4 procent van alle Nederlanders zich lopend naar het werk. Ter vergelijking: de fiets was het hoofdvervoermiddel voor 25 procent van de verplaatsingen, de auto voor 60 procent. Alleen op afstanden korter dan één kilometer was lopen favoriet.
Mensen in voetgangersvriendelijke steden gezonder
Volgens recent onderzoek van Oxford University en the University of Hong Kong zijn mensen in voetgangersvriendelijke steden gezonder. Wonen mensen in een voetgangersvriendelijke buurt? Dan blijken zij minder vaak last te hebben van een hoge bloeddruk en de daaruit voortvloeiende gezondheidsrisico’s. Bij deze grootschalige studie waren 400.000 Britten betrokken, verdeeld over 22 steden. De onderzoekers pleiten voor investeringen in de inrichting van de openbare ruimte als preventiemiddel tegen gezondheidsproblemen. Het zou natuurlijk mooi zijn als meer mensen wandelen naar hun werk en zo preventief aan hun gezondheid werken. Niet één dag per jaar, maar het liefst ook alle andere dagen.
21ste eeuw: de eeuw van de voetganger?
Wil je dat meer mensen naar hun werk gaan wandelen, dan moet je er ook over nadenken hoe je dat voor elkaar kunt krijgen. Volgens het multinationaal opererende ingenieursbureau Arup draagt voetgangersbeleid bij aan duurzame, welvarende, gezonde en aantrekkelijke steden en regio’s. Zij roept de 21ste eeuw dan ook uit tot de eeuw van de voetganger. Europese steden kampen echter met de erfenis uit de vorige eeuw. Daarin maakte de auto zijn opmars als vervoermiddel. Dit ging ten koste van de voetgangersvriendelijkheid en het straataanzicht. Met als gevolg: buurten zonder trottoirs, openbare ruimtes vol parkeerplaatsen en stedelijke snelwegen als kloof tussen buurten. Het autoverkeer legde ook een druk op de kwaliteit van de leefomgeving in steden: denk bijvoorbeeld aan geluidshinder en luchtvervuiling. En ook bewogen steeds meer mensen steeds minder, wat leidde tot overgewicht en obesitas. Om steden weer leefbaar te maken, is volgens Arup een sterke focus op de voetganger nodig.
Geef meer ruimte aan voetgangers
Adviseur ruimtegebruik Derk van der Laan pleitte vorig jaar in Trouw voor meer ruimte voor de voetganger. Normaal voortbewegen raakt volgens hem klem in de drukte van groeiende steden en dorpen. Zo zijn er steeds meer botsingen tussen fietsers onderling en met treinen en bussen. En met het toenemende aantal e-bikes wordt het helemaal dringen. Fietsen en lopen hebben volgens hem de toekomst, maar dat vraagt om veilige en prettige routes die belangrijke plekken verbinden.
Volgens Milieudefensie delven fietsers en voetgangers het onderspit als het gaat om de ruimte in Nederlandse steden. Zij onderzochten aan de hand van geografische data hoe de ruimte op straat is verdeeld in de twintig grootste gemeenten van Nederland. Uit hun onderzoek blijkt dat auto’s het grootste deel van de ruimte (55 procent) in beslag nemen. Fietsers nemen 12 procent van de ruimte in en voetgangers 33 procent. Voetgangers ondervinden wel vaker last van blokkades en gemeenten besteden te weinig aandacht aan prettige looproutes.
Voetganger ondergeschoven kind in gebiedsontwikkeling
Ook in de beleidswereld is de voetganger vaak het ondergeschoven kind als het gaat om gebiedsontwikkeling. Daar lijkt langzaam verandering in te komen: de bewustwording voor voetgangersbeleid neemt langzaam toe. Zo is gemeente Utrecht de eerste gemeente met een actieplan Voetganger. Zij gaan onder andere voetgangersnetwerken uitwerken en verkennen, met als focus gebieden waar veel voetgangers komen. Landelijk is er een Platform Ruimte voor Lopen in oprichting. Dit is een initiatief van Wandelnet, CROW en het ministerie van I&W. Doel is om lopen te stimuleren en de omstandigheden voor lopen in de openbare ruimte te verbeteren. Ook de Omgevingswet vormt een interessant startpunt voor serieus voetgangersbeleid. Dit stelt initiatiefnemer van Ruimte voor Lopen, Flip van As, op Verkeer in Beeld. De Omgevingswet stelt het integraal werken centraal over grenzen van disciplines heen. Van As: “Het is verrassend om te zien hoeveel raakvlakken er dan zijn met ‘lopen’. En met hoeveel partijen je daarin partner van elkaar kunt zijn. Denk aan woon-werk, economie, recreatie, gezondheid, maar ook maatschappelijk welzijn.”
De verborgen voetganger
Volgens Verkeer in Beeld hebben gemeenten de voetganger ook vaak niet ‘in beeld’. Zo beschikken ze nauwelijks over cijfers over voetgangers (tellingen, ongevallen en economische meerwaarde). Eén van de tien tips die Verkeer in Beeld geeft voor gemeentelijk voetgangersbeleid, is dan ook: verzamel gegevens over lopen en verblijven. Een interessant project in dit kader is het project Walkability van onderzoeksbureau SpaceTraces. Dit project brengt de bewandelbaarheid van Amsterdam in kaart met ruimtelijke- en GIS-data. Dit leidde onder andere tot vier Walkability-kaarten: een algemene, een toeristische, een recreatieve en een werkgerelateerde. Deze kaarten gebruiken beleidsmakers om het voetgangersbeleid in Amsterdam verder te ontwikkelen.
Show, don’t tell
Wat gebeurt er met een plek als je meer ruimte aan voetgangers en fietsers geeft in een stad? Je kunt het natuurlijk ook simpelweg laten zien! Dat dacht ook het Braziliaanse designerscollectief Urb-i. Met behulp van Google Streetview laten zij op hun website zien hoe het was en hoe het nu is. Opvallend is dat plekken niet alleen beweegvriendelijker zijn, maar ook aantrekkelijker ogen (zie de straat in Barcelona hieronder). Inmiddels is de database uitgegroeid tot 3300 voorbeelden van over de hele wereld, met ook 132 Nederlandse voorbeelden. Leuk ter inspiratie!
Over 50 jaar…
Meer mensen die naar hun werk wandelen, hoe mooi zou dat zijn? Maar dan moet de voetganger dus wel meer ruimte en aandacht krijgen. Ook onze Atlas Leefomgeving vormt een mooi vertrekpunt voor beleidsmakers om steden voetgangersvriendelijk in te richten. Beleidsmakers kunnen ‘walkability-kaarten' naast onze geluidskaarten, luchtkwaliteitskaarten, groenkaarten en hittestresskaart leggen. Met een combinatie van data komen gezonde, prettige, effectieve en functionele wandelroutes in stedelijke omgevingen een stapje dichterbij. En misschien… wandelt iedereen dan over 50 jaar elke dag (een stukje) naar het werk.