Jill Ijperlaan en Martijn Noomen Junior Atlas

De Atlas Leefomgeving biedt interessante mogelijkheden voor het onderwijs. Maar dan moeten leerlingen de Atlas wel kunnen gebruiken. Daar deden HAS-studenten Geo Media & Design Jill IJperlaan en Martijn Noomen onderzoek naar. Hoe kan de Atlas Leefomgeving transformeren tot een Junior Atlas voor de bovenbouw van het basisonderwijs? In deze nieuwsbrief vertellen zij over hun onderzoek.

“De opdracht sprak ons meteen aan,” vertelt Jill. “We vonden het een mooie uitdaging om met data én design aan de slag te gaan om de Atlas Leefomgeving geschikt te maken voor basisschoolleerlingen. We wilden eerst meer te weten komen over het ontdekkend leren. Want dat is een van de krachten van de Atlas in het onderwijs. Leerlingen kunnen zelf hun eigen leefomgeving gaan ontdekken. Vervolgens interviewden we leerkrachten en leerlingen van drie basisscholen. Wat waren hun wensen als toekomstige gebruikers van de Junior Atlas?” Volgens Jill heel leuk, maar ook een uitdaging. “Kinderen hebben wezenlijk andere belevingswereld. Het stellen van open vragen is dan heel belangrijk. Kinderen weten je altijd te verrassen en denken toch altijd anders dan jij denkt dat ze denken.”

Proefmodel voor kinderen

Vervolgens hebben Jill en Martijn de Atlas Leefomgeving en de kaartviewer getest bij leerlingen. De huidige kaartviewer bleek voor kinderen vrij lastig om te gebruiken. Martijn: “De leerlingen raakten de weg kwijt in de enorme kaartenbak. Ze wisten niet waar ze op moesten klikken om bepaalde informatie of kaarten te vinden.” Martijn en Jill besloten een mock-up te maken: een proefmodel van de Atlas Leefomgeving voor leerlingen. Als insteek kozen zij de lesthema’s Geschiedenis en Verkeersveiligheid.

“We voegden herkenbare iconen aan de kaartviewer toe,” licht Martijn toe. “Ook maakten we meer gebruik van kleur. De bijsluiters bij de kaarten waren voor kinderen vanwege vaktermen moeilijk te begrijpen. Daarom kozen wij voor een aangepaste bijsluiter. Daarin verduidelijken we wat je op de kaart ziet en leggen we lastige termen uit in Jip-en-Janneke-taal. De legenda van de kaarten waren voor kinderen ook vaak moeilijk. Zo wordt de geluidsbelasting in Lden of decibel uitgedrukt. Dat zegt een gemiddelde basisschoolleerling niets. Laat staan wat het betekent als iets x decibel is. Wij gebruiken legenda met vijf waarden van zeer slecht tot goed. Dan weten leerlingen meteen hoe hun omgeving scoort op een bepaald thema.”

Legenda Junior Atlas


Niet van het scherm weg te slaan

De leerlingen vonden het heel leuk om in de lessen Verkeersveiligheid en Geschiedenis met de Junior Atlas aan de slag te gaan. Zo bestudeerden ze de verkeersveiligheid in hun eigen buurt en gingen ze op zoek naar historische objecten. Martijn: “Werken met digitale kaarten was nieuw voor de leerlingen. Het basisonderwijs maakt nog weinig gebruik van digitale kaarten. Maar de leerlingen vonden het heel leuk. Vooral om zelf aan de knoppen te zitten en te mogen ontdekken. Iedereen wilde zijn eigen huis op zoeken en ze waren niet van het scherm weg te slaan. En onze aanpassingen hadden succes, de kinderen vonden de Atlas nu makkelijker om te gebruiken.”

Meerwaarde Atlas

De leerkrachten waren in het begin een beetje huiverig. Weer iets extra’s bovenop hun toch al zo volle lesprogramma. “Maar gelukkig waren ze ook nieuwsgierig naar de mogelijkheden van de Atlas Leefomgeving,” lacht Martijn. Na afloop waren vrijwel alle docenten enthousiast. “Veel lesmethoden in het basisonderwijs richten zich op heel Nederland. Dat is best algemeen. De Atlas kun je ook lokaal inzetten. Kinderen kunnen op hun eigen leefomgeving inzoomen en deze vergelijken met andere plekken in Nederland. Dan raken kinderen nieuwsgierig: hoe is dit bij mij? Ze raken ook meer bewust van de kwaliteit van hun leefomgeving of waarom dat belangrijk is.”

Aanbevelingen

In hun onderzoek doen de studenten ook een aantal suggesties aan het Atlas-team. Jill: “Zo vonden de leerlingen het fijn als er een mouse-over kwam bij de tools. Dan weten zij sneller waar ze die tool voor kunnen gebruiken.” Ook raden Jill en Martijn aan om de kaartlagen in de Junior Atlas te filteren. Zo ontdekken de leerlingen stapsgewijs nuttige kaarten voor de desbetreffende les. Martijn: “Om lessen actiever te maken, kun je kinderen ook mee naar buiten nemen. Zo kunnen zij zelf ervaren wat zij op de kaart zien.” Martijn benadrukt dat vervolgonderzoek nodig is. “We hebben het onderzoek slechts op 3 basisscholen uitgevoerd. Het is goed om de Junior Atlas verder te testen op grotere schaal. Bij verschillende soorten scholen uit alle provincies.”

Hoe verder?

Miranda Mesman, projectleider van de Atlas Leefomgeving, is blij met het onderzoek. “Met de opgedane inzichten kunnen we een volgende slinger geven aan de Junior Atlas. Leuk is dat veel van de suggesties voor de kaartviewer wellicht ook voor volwassenen heel handig zijn. Ik wil Jill en Martijn dan ook bedanken voor hun mooie afstudeeropdracht.” Voor Jill en Martijn ligt de toekomst open. Martijn gaat als functioneel beheerder bij de gemeente Utrecht aan de slag. Jill zoekt nog een baan, liefst eentje waarbij ze haar liefde voor data en design kan combineren.

Junior Atlas flyer