Vrouw zit op steiger aan Utrechtse Singel

Door corona weten we hoe een stille stad eruitziet en klinkt. Dat waren we bijna vergeten. Stille straten en gesloten cafés willen we niet, maar rustige plekken om te ontspannen des te meer. Stadsmaker Martine Sluijs doet samen met stadspsycholoog Sander van der Ham al sinds 2018 onderzoek naar wat stilte voor de stad en haar inwoners kan betekenen. Ga met Martine mee op zoek naar rust in de stad.

Veel mensen werken thuis door de lockdown. Thuis is daardoor niet automatisch meer een plek om tot rust te komen. Zeker niet als je een gezin hebt en klein behuisd bent. Met een beetje pech is de buurman ook nog aan het klussen. Hoe fijn is het dan als je een ommetje kunt maken langs plekken waar je wél even tot rust kan komen. Waar je even ‘uit’ kunt staan. Mensen trekken vaak naar steden vanwege hun reuring en gezelligheid. Maar stadsbewoners hebben óók behoefte aan rustige plekken om te ontspannen.

Stille plekken steeds schaarser: steden moeten nu in actie komen

Volgens stadsmaker Martine Sluijs worden deze stille plekken in steden steeds schaarser. Samen met stadspsycholoog Sander van der Ham onderzocht ze voor de provincie Utrecht in het onderzoek De stille stad hoe steden hun publieke ruimte slim kunnen gebruiken om meer rust te creëren voor stadsinwoners. Want stille plekken en routes door de buurt ontstaan niet vanzelf. Dat is een ontwerpopgave, waarbij ook contact met gebruikers nodig is.

Steeds meer mensen gaan in de stad wonen. De groeiende woningvraag zorgt ervoor dat de publieke ruimte onder druk komt te staan, er moet immers ergens worden gebouwd. “Daarom is het voor steden belangrijk om nú in actie te komen”, stelt Martine. ”Met een slimme inrichting kun je zorgen dat er een goede balans ontstaat tussen rust en reuring. Want als je daar geen rekening mee houdt, moet je straks heel veel investeren om die balans te herstellen.”  

Relaxen in Utrechtse park Lepelenburg

Rust creëren is maatwerk

Moeten stille plekken ook echt stil zijn? “Nee”, antwoordt Martine. “Het gaat om plekken waar je tot rust komt en jezelf kunt zijn alsof je thuis bent. Qua geluid gaat het dan vooral om de afwezigheid van verstorende geluiden. En mensen storen zich bijvoorbeeld nauwelijks aan geluiden die passen bij de omgeving. Denk aan de hofjes in steden. Soms galmen daar de kerkklokken luid. Toch vinden de meesten dat niet storend – het past bij de plek. En hoewel mensen natuurgeluiden vaak als prettig ervaren, is vogelgezang afspelen in parkeergarages geen goed idee. Dat past daar niet.”   

Ook geluidsexperts maken onderscheid tussen het geluidsniveau en hoe mensen geluid beleven. De Gezondheidsraad spreekt in het rapport Stille gebieden en gezondheid over gewenst en ongewenst geluid. Mensen kunnen herstellen van stress als er geen of weinig ongewenste geluiden zijn, zo schrijft de raad. Deze kennis gebruikt Martine voor haar onderzoek.

Stilte kent veel smaken

Maar er is nog iets wat maakt dat rust en stilte veelzijdig is: het is heel persoonlijk. De éen zoekt een weids uitzicht, een ander een rustig plein. Martine en Sander spreken over ‘persona’s’. Deze maken het mogelijk om door de ogen van verschillende typen mensen naar de omgeving te kijken. Wat is een stille plek voor een zestigjarige met een avontuurlijke manier van leven? En wat is het voor een overwerkte millennial? “Daarom is het zo belangrijk om verschillende gebruikers te vragen naar hun definitie van een rustige plek”, stelt Martine. “En dan samen te kijken hoe je daar plek voor maakt.” 

Hofje in Utrecht

Samen zorgen voor meer rust in de stad 

De methode waarmee Martine en Sander werken, heet ‘co-creatie’; overheid en ontwikkelaars gaan samen met gebruikers van de plek actief aan de slag om een plek te verbeteren. Dit sluit aan bij de invoering van de Omgevingswet. Daar wordt gesproken over ‘participatie’: de overheid betrekt verschillende partijen bij de voorbereiding van beleid of plannen. Co-creatie is de hoogste vorm van participatie: de gebruikers van de plek krijgen niet alleen de kans om hun ideeën in te brengen, maar gaan zelf ook helpen om de omgeving te verbeteren. Of het hele idee komt van de gebruikers. 

Co-creatiesessie in Utrechtse Majoor Bosshardt Plantsoen

Martine nam in zo’n co-creatiesessie het Utrechtse Majoor Bosshardt Plantsoen onder de loep. Samen met mensen van gemeenten en kleine organisaties trok zij het park in om mensen te interviewen hoe zij deze plek meer tot leven konden brengen. Maar het grappige was dat de mensen juist helemaal niet op zoek waren naar meer reuring. Toen de workshopdeelnemers mensen in en rondom het park interviewden, kregen ze vooral de reactie: “Organiseer liever geen extra dingen in dit park, ik kom hier voor mijn rust. Voor reuring ga ik wel naar een ander park.” 

Op de Geluidskaart in Nederland van wegverkeer op Atlas Leefomgeving zie je dat het in het Majoor Bosshardt Plantsoen niet bepaald stil is. Het ligt ingeklemd tussen een aantal drukke verkeerswegen. Het geluid van het wegverkeer is daar op veel plekken boven de 60 dB. Toch vinden de geïnterviewden hier blijkbaar rust. Onder andere door de ruimtelijke beleving en het groen. 

Majoor Bosshardtplantsoen op Geluidkaart wegverkeer

Inwoners betrekken en slim inspelen op hun behoeften

Martine: “Deze sessie laat zien hoe belangrijk het is om inwoners te betrekken en te kijken waar zij behoefte aan hebben. Zo gaven de mensen aan dat de drukke weg aan de ene kant van het park soms voor geluidsoverlast zorgde. Maar ook dat zij het fijn vonden om vanuit hun huis naar het park te kijken. Daar kun je als stadsmaker slim op inspelen. Bijvoorbeeld door dichtere, hogere struiken te planten aan de kant van de drukke weg en juist lager groen aan de kant van de huizen. Nu is het omgekeerd. Hoog groen aan de huizenkant en lager groen aan de wegkant. Ook kun je speelplekken en picknickplekken strategisch plaatsen. Dat zijn de plekken die de meeste mensen bezoeken. De rest van het park biedt dan de rust waar stadsbewoners zo’n behoefte aan hebben. Of nog beter: losse stoeltjes plaatsen. Dan kunnen stadsbewoners zelf bepalen waar zij lekker al zittend kunnen genieten van de rust."

Martine en Sander hebben inmiddels praktische tools ontwikkeld om op deze manier samen met mensen aan de slag te gaan. Ze zijn nu in gesprek met provincie Utrecht en enkele steden om op meer leerlocaties samen met mensen verbeteringen te creëren. 

Binnenplaatsen woontorens niet dé oplossing

Eén dringend advies dat Martine graag wil geven: “Denk niet dat in het midden van woontorens automatisch een fijne, stille plek ontstaat. Deze binnenplaatsen lijken nu het antwoord op de eis om woningen een ‘geluidluwe’ zijde te geven. Deze eis wordt door verschillende gemeenten gebruikt en staat bijvoorbeeld in het Actieplan Geluid (pdf: 1,4 MB) van de gemeente Utrecht. Op zich een goed idee, want een geluidluwe zijde kan helpen om te zorgen voor minder geluidhinder. Maar zo’n binnenplaats in een woontoren kan een enorme klankkast worden die geluid juist versterkt! Dat wordt niet rustig mijmeren, maar meegenieten met het feestje van je overburen… Een fijne binnentuin vraagt veel meer qua inrichting en gebruik van bewoners.” Studenten van de Hogeschool Utrecht gaan in opdracht van Sander en Martine hier verder onderzoek naar doen.

Waar vindt Martine zelf rust?

Martine Sluijs in Amelisweerd, Utrecht

Wat zijn favoriete rustplekken van Martine? Op de foto zien we haar in de Amelisweerd, vlakbij het Utrecht Science Parc. "Ik zoek daar de rustige paadjes op, waar niet teveel mensen komen. Je hoort de snelweg wel, maar ik geniet van de doorkijkjes naar de weilanden." Ook wandelt ze graag langs de Singel in het centrum van Utrecht.

Voor wie van meer besloten plekken houdt, kan ze de hofjes aanbevelen, zoals de Eligenhof. Dat zijn vaak groene oases waar alleen vogelgezang de stilte doorbreekt.  

Wat is jouw favoriete rustplek?

Wij zijn nieuwsgierig waar jij rust ervaart in jouw woonomgeving. Deel het met ons en stuur je foto op naar atlasleefomgeving@rivm.nl. Geef ook even aan waarom juist die plek jou rust geeft. Foto's delen we op ons net gelanceerde Instagram-account #atatlas

 

Meer weten of doen?