Het lood in kraanwater is soms te hoog. Dit is vooral het geval bij oude huizen gebouwd voor 1960 waar nog loden leidingen aanwezig zijn. Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerd RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-rapport. In de Atlas Leefomgeving zijn vier nieuwe kaarten toegevoegd. In deze kaarten is het bouwjaar van panden in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (2018) gekoppeld aan gegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) over de leeftijdsopbouw per buurt en aan de buurt- en gemeentegrenzenkaarten. De kaarten geven zo een beeld van het aantal baby’s en jonge kinderen per vierkante kilometer in oude woningen, kinderdagverblijven en basisscholen.
Tot ongeveer 1945 was het vrij standaard om bij de bouw van huizen loden drinkwaterleidingen te gebruiken. Maar ook in tussen 1945 en 1960 gebouwde huizen kunnen nog loden leidingen voorkomen. Het is niet bekend waar de loden leidingen al gesaneerd zijn. Alle na 1960 gebouwde huizen hebben geen loden leidingen. De drinkwaterbedrijven vervingen in de periode 1995-2002 de meeste waterleidingen buiten. Voor de leidingen in hun huis zijn mensen zelf verantwoordelijk.
Via kraanwater
Mensen kunnen via kraanwater lood binnenkrijgen. Dit is vooral het geval bij oude huizen die nog loden waterleidingen hebben. Ook kan in huizen met nieuwe waterleidingen en nog niet goed doorgespoelde kranen tijdelijk meer lood in het kraanwater zitten. Kraanwater kan in deze situaties een grote bijdrage leveren aan de totale dagelijkse blootstelling aan lood via voedsel en water. Dit blijkt uit het rapport Loodinname via kraanwater van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Voor woningen met loden leidingen verwacht het RIVM dat de concentratie van lood in drinkwater gelijk is aan gemiddeld 35 µg/L. De huidige Nederlandse en Europese drinkwaternorm is 10 µg/L (Drinkwaterbesluit, 2018).
Risicogroepen
Het RIVM berekende wat vier risicogroepen aan lood binnen kunnen krijgen. Deze risicogroepen zijn: het ongeboren kind, flesgevoede baby’s, kinderen tot 7 jaar en volwassenen. Mensen kunnen ook via voedsel lood binnenkrijgen. Daarom nam het RIVM deze bron ook mee in zijn berekeningen. De totale inname vergeleken de onderzoekers van het RIVM met de grenswaarde voor lood, waarboven schadelijke effecten kunnen optreden.
Uit het onderzoek blijkt dat de loodinname in woningen met loden waterleidingen hoog is. Een risico op verstoring van de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel bij het ongeboren kind en jonge kinderen kan niet worden uitgesloten. Het kan leiden tot een lager IQ. Dit geldt ook voor het risico op chronische nierziekte en een verhoogde (bovendruk) bloeddruk bij volwassenen. Flesgevoede zuigelingen vormen qua blootstelling de belangrijkste risicogroep bij hoge concentraties lood in kraanwater. Het risico op een effect van een te hoge loodinname kan ook niet worden uitgesloten voor de meest gevoelige groepen die wonen in woningen met nieuwe leidingen en/of kranen als deze in de eerste 6 maanden niet goed zijn doorgespoeld.
Vier nieuwe kaarten
In de Atlas Leefomgeving zijn vier nieuwe kaarten toegevoegd. In deze kaarten is het bouwjaar van panden in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (2018) gekoppeld aan gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek over de leeftijdsopbouw per buurt en aan de buurt- en gemeentegrenzenkaarten. De kaarten geven zo een beeld van het aantal baby’s en jonge kinderen per vierkante kilometer in panden die zijn gebouwd voor 1960 en mogelijk loden leidingen kunnen bevatten. Zo geven twee kaarten een beeld van het aantal jonge baby’s (0-4 maanden) en jonge kinderen (2-6 jaar) per km2 in oudere woningen. Twee andere kaarten geven het beeld van het aantal kinderen per km2 in oudere basisscholen en kinderdagverblijven.
Wat zien we?
Op de kaarten zie je dat de steden donkerbruin (hoog aantal baby’s en kinderen in oude panden) kleuren. Dit komt doordat er in steden een hogere dichtheid aan oudere panden en jonge kinderen is. Als we inzoomen op de kaart Aantal kinderen per km2 in oudere woningen zien we dat het vooral donkerbruin kleurt in wijken met veel oude panden en jonge bewoners. Zoals bijvoorbeeld de wijk Wittevrouwen in Utrecht.
Utrecht op kaart Aantal kinderen per km 2 in oudere woningen
Interessant is ook om Rotterdam en Amsterdam op deze kaart te vergelijken. Rotterdam is na de oorlog weer opgebouwd en er zijn minder oude panden van voor 1960 dan in Amsterdam. Dat zie je duidelijk op de kaart terug. Het donkerbruine gebied (hoog aantal baby’s en kinderen in oude panden) is in Rotterdam aanzienlijk kleiner dan in Amsterdam.
Rotterdam Amsterdam
Gericht inzetten
De vier nieuwe kaarten in de Atlas Leefomgeving geven een beeld van het aantal baby’s en kinderen in oudere panden (woningen, kinderdagverblijven en basisscholen) die mogelijk nog loden leidingen hebben. Zo geven de kaarten beleidsmakers en GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’en handvaten om lokaal in te zetten op nader onderzoek en beleid. De kaarten bieden aanknopingspunten om gerichte voorlichting en gedragsadviezen te geven in wijken waar veel jonge kinderen wonen in oude huizen. Ook geven de kaarten gemeenten een beeld van in welke buurten potentiële risicolocaties zijn. Gemeenten zouden daar actief kunnen inzetten op de opsporing van loden leidingen. Bijvoorbeeld door samen te werken met bewoners (citizen science), installateurs en drinkwaterbedrijven.
Meer informatie?
• Loodinname via kraanwater: Blootstellings- en risicobeoordeling voor diverse risicogroepen (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
• Loodinname via kraanwater (Gezondheidsraad)
• Vraag en antwoord Kun je via kraanwater te veel lood binnenkrijgen? (Voedingscentrum)
• Stroomschema om te achterhalen of u nog loden waterleidingen hebt in uw woning (GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) Rottterdam-Rijnmond)