Samen aan de slag om zoveel mogelijk tuinen, balkons en straten (verder) te vergroenen en te verduurzamen. Dat is het doel van de campagne de 'Week van de Groene Tuin’ die Milieu Centraal van 26 maart tot en met 1 april organiseert. Doe jij dit jaar ook weer mee? Milieu Centraal geeft alvast tips. Zo kun jij straks goed voorbereid aan de slag.
Het klimaat is aan het veranderen. Steeds vaker zien we de gevolgen daarvan. Zoals extreme regenbuien, hittegolven, droogte en verlies aan biodiversiteit. Door je tuin, balkon of straat te vergroenen, kan je directe leefomgeving beter omgaan met extreme weersomstandigheden.
Met meer groen maak je ook ruimte voor insecten, vogels en andere dieren. Zo draag je een steentje bij aan de biodiversiteit. Tijdens de Week van de Groene Tuin willen Milieu Centraal en een groot aantal partners mensen stimuleren zoveel mogelijk tuinen, balkons en straten (verder) te vergroenen. Atlas Leefomgeving is één van die partners. Doe je mee? Samen op weg naar een groenere en gezondere leefomgeving!
Met meer groen ruimte maken voor insecten, vogels en andere dieren (Bron: Willy Heijenga)
Tip 1: Tegel eruit en groen erin
Als je tegels uit je tuin wipt en vervangt door groen, dan is dat goed voor de natuur. Meer groen in de tuin en de straat zorgt voor meer leefplekken voor vogels, vlinders, bijen en andere dieren. En is leuker voor mensen. Maak minimaal 60 procent van je tuin groen. Dat zorgt niet alleen voor een koelere omgeving, maar zorgt er ook voor dat regenwater goed kan weglopen in de grond. Elke gewipte tegel helpt!
Volgens recent onderzoek van Stichting Steenbreek is meer dan een derde van de Nederlandse tuinen voor minimaal de helft betegeld. In de drie grote steden geldt dat zelfs voor twee derde van de tuinen. Er valt dus heel wat te winnen. Het werkt natuurlijk nog beter als je buren ook meedoen. Op de Groenkaart op de Atlas Leefomgeving kun je zien waar het groen is in Nederland in blokjes van 5 bij 5 meter. Draag jij een blokje bij?
Bekijken we Arnhem op de kaart Stedelijk hitte-eiland effect (links), dan zien we de versteende binnenstad duidelijk rood oplichten. Het is er zo’n twee graden warmer dan in de omliggende wijken. De cijfers op de kaart zijn gemiddelden voor het zomerseizoen (juni, juli en augustus), maar op sommige zomerse dagen kan het verschil wel oplopen tot 7 of 8 graden Celsius. Leggen we de Groen-kaart (rechts) ernaast, dan zien we dat het in die wijken waar het minder warm wordt, veel groener is. Groen verkoelt dus, dat is duidelijk op de kaart te zien! (Bron: Atlas Leefomgeving)
Tip 2: Zorg voor een gezonde bodem
De bodem is heel belangrijk voor een gezonde (stads)tuin. Zo bepaalt de bodem niet alleen de conditie van de planten, maar ook hoe goed het water kan worden opgenomen en welke planten erin kunnen groeien. In een voedingsrijke en luchtige bodem groeien planten goed. Hoe gezonder en sterker planten zijn, hoe minder snel ze ziek worden.
Zorg dat je jouw bodem goed leert kennen. Elk bodemtype heeft namelijk voor- en nadelen. Zo voeren kleibodems water niet snel af, maar zandbodems wel. Daar staat tegenover dat zware klei vaak rijker aan voeding is dan zandbodems. Kijk op de Bodemkaart in de Atlas Leefomgeving welk type bodem jouw tuin heeft. Zoek planten uit die zich fijn voelen op jouw tuinbodem.
En heel belangrijk, zorg goed voor je bodem. Voor een goede voedingsbodem zijn twee dingen belangrijk: de juiste voedingsstoffen en een goede bodemstructuur. Voeg af en toe een beetje compost toe. En zorg voor een luchtige bodem. Dan kunnen plantenwortels voedingsstoffen makkelijk bereiken. Maak daarom regelmatig contact met je bodem. Graaf, kijk, voel en woel! Meer tips vind je in het artikel Bodem dooie boel? Schijn bedriegt.
Zorg goed voor je bodem, want die bepaalt de conditie van je planten (Bron: Pixabay)
Tip 3: zet de juiste planten op de juiste plek
Hoe beter planten bij jouw tuin passen, hoe sterker en gezonder ze zullen zijn. Denk daarom goed na over welke planten waar in je tuin het beste tot hun recht komen. Als planten op de juiste plek staan, hebben ze minder onderhoud en water nodig. Ook zijn ze minder vatbaar voor ziektes en plagen. Houd rekening met welke bodem jouw tuin heeft en kijk goed wat zonnige en schaduwrijke plekken in jouw tuin zijn. Zorg dat jonge planten niet te dicht op elkaar staan, anders verdringen ze elkaar na verloop van tijd. Laat bomen en planten in je eigen tuin groot groeien in plaats van ze al groot te kopen. Dat is beter voor het milieu, omdat er dan minder milieubelasting is tijdens de kweek en het transport.
Koop het liefst biologische zaden en planten. Die zijn namelijk niet behandeld met bestrijdingsmiddelen die giftig zijn voor insecten zoals bijen. Gifvrije planten, bollen en zaden herken je aan een de keurmerken EU (Europese unie)-biologisch, EKO of Demeter. Kies voor inheemse soorten: dit zijn plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen. Veel insecten en andere organismen zijn voor hun overleving afhankelijk van inheemse planten. Inheemse planten en dieren hebben zich al eeuwenlang aan elkaar aangepast. Bijkomend voordeel: inheemse planten hebben minder onderhoud nodig. Ze hebben zich immers al jarenlang aangepast aan ons klimaat.
Plant bijvoorbeeld Groot Kaasjeskruid (Malva sylvestris). Deze hoge inheemse plant met grote, donkerroze bloemen is een makkelijke soort en een goede nectarbron voor vele vlinders, bijen en andere insecten (Bron: Jan van der Straaten)
Tip 4: stimuleer de biodiversiteit
Een groene tuin is aantrekkelijk voor dieren. Verschillende beestjes helpen je tuin gezond en vrij van plagen te houden. Daarnaast helpen bestuivers zoals bijen bij de bestuiving van planten. Zij hebben van het vroege voorjaar tot de late herfst voldoende bloemen nodig. Het is dus belangrijk om bloemen te planten of te zaaien die in verschillende maanden bloeien (een ‘bijenboog‘).
Kalender voor bijvriendelijke tuin (Bron: Milieu Centraal)
Op de kaart Bijendiversiteit hieronder zie je hoeveel soorten bijen er in Nederland in een gebied voorkomen. Zoals je kunt zien, zitten er soms grote afstanden tussen leefbare delen voor bijen. Jouw tuin kan een belangrijke veilige haven zijn!
Tip 5: maak je tuin klimaatbestendig
Een groene tuin is belangrijk met het oog op klimaatadaptatie: het omgaan met de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte, hitte en wateroverlast. Een groene tuin werkt verkoelend tijdens warme periodes. En daarvoor hoef je echt niet vlak bij een bos te wonen. Jouw eigen tuin kan hier een belangrijke rol in spelen. Heb je geen tuin, maar wel een balkon? Ook daar kun je vergroenen: denk aan potplanten of klimplanten. En een regenton is ook vaak mogelijk.
Daarnaast zorgt een groene tuin voor minder wateroverlast, omdat de grond en de planten een deel van het regenwater opvangen. Door je regenpijp af te koppelen van het riool, eventueel in combinatie met het plaatsen van een regenton, kun je zelf water opvangen waarna het rustig de bodem in kan zakken. Zo zorg je dat je in tijden van droogte je tuin mooi en gezond kunt houden zonder veel kraanwater te gebruiken.
De juiste bodembedekking helpt om de aarde vochtiger te houden tijdens droge periodes. Bodembedekkende planten die je in de zon of halfschaduw kunt plaatsen, zijn bijvoorbeeld beemdooievaarsbek en bosaardbei. Ook muizenoor doet het goed op een zonnige plek. Op plekken in de halfschaduw kun je kiezen voor bijvoorbeeld kruipend zenegroen of gevlekt longkruid.
Tip 6: voorkom plagen in je tuin
Bladluizen, slakken en andere beestjes horen bij de tuin. Maar hoe voorkom je dat ze uitgroeien tot een plaag? Zorg dat je planten gezond en sterk zijn, want dan worden ze minder snel ziek. Zo voorkom je onnodig gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen. Heb je toch last van plaagdieren in de tuin? Verwelkom dan de natuurlijke vijanden van de plaag in jouw tuin of zorg dat de plaagdieren jouw tuin geen aantrekkelijke plek vinden. Natuurlijke vijanden ontdekken vanzelf je tuin als je zorgt voor toegang, voldoende beschutting, voedsel en nestmogelijkheden.
Maak je tuin egelvriendelijk en zorg zo voor minder slakken in jouw tuin (Bron: Rick Boerboom)
Egels zijn bijvoorbeeld dol op slakken en kunnen je dus helpen bij het voorkomen van een slakkenplaag. Via een groene haag of via een gat in de schutting (15 x 15 centimeter) kunnen deze beestjes jouw tuin binnenkomen. Zorg dat ze beschutting en nestmateriaal hebben, zoals snoeiafval, bladeren en stapeltjes takken. Daarnaast hebben ze water en minstens een vierkante meter groen nodig. Ook voor andere natuurlijke vijanden zoals vogels is het belangrijk dat er voldoende groen is als voedsel-, nestel- en schuilplek.
Op de kaart Mengsel toxische druk – gewasbeschermingsmiddelen op de Atlas Natuurlijk Kapitaal zie je het effect van gewasbeschermingsmiddelen op het leven in en rond het water in de Nederlandse rivieren. Die is op de rode plekken zo hoog dat het aantal soorten afneemt of verdwijnt. Wat in het groot geldt, geldt ook in het klein. Sommige bestrijdingsmiddelen zijn bij verkeerd gebruik schadelijk voor het grondwater, de bodem en insecten in jouw tuin. Dus bezin voor je begint en probeer altijd te kijken of je een plaag op een natuurlijke manier kan wegkrijgen. Lees meer hierover op Bestrijdingsmiddelen en het milieu.
Tip 7: zorg voor duurzaam onderhoud en gebruik
Een goed onderhouden tuin of balkon oogt niet alleen mooi, maar is ook goed voor het milieu. Als je je tuin slim inricht, heeft je tuin weinig onderhoud nodig. Zorg daarnaast goed voor je tuingereedschap en meubelen. Die gaan langer mee als je ze goed onderhoudt. Een duurzame keuze is om tuingereedschap te delen met vrienden, familie of buren in plaats van het allemaal zelf aan te schaffen. Zo bespaar je ook in je portemonnee.
Denk bij het inrichten van je tuin eens na over een composthoop. Met compost kun je de hoeveelheid voedingsstoffen en de structuur van de bodem verbeteren. En je verwerkt een deel van je groente-, fruit- en tuinafval (gft) op een duurzame manier. Dubbele winst dus! Veel mensen denken dat het lastig is om zelf met compost aan de slag te gaan. Maar dat valt heel erg mee. Composteren kun je leren! Ook als je geen tuin hebt, maar wel een balkon, kun je aan de slag!
Over de Week van de Groene Tuin
Samen met een groot aantal partners organiseert Milieu Centraal de voorjaarscampagne Week van de Groene Tuin. De campagne is van de coalitie ‘Een groener Nederland begint in je eigen tuin’, net als het NK Tegelwippen en de najaarscampagne het Vergeten Plantseizoen. Volg de Week van de Groene Tuin op Instagram en Facebook voor meer handige tips en ontdek op de website Week van de Groene Tuin aan welke leuke en groene acties jij kunt meedoen.
Meer informatie
- Week van de Groene Tuin
- Bodem dooie boel? Schijn bedriegt | Atlas Leefomgeving
- De biodiversiteit vergroten? Plant inheemse planten in je tuin | Atlas Leefomgeving
- Een wormfabriekje op je balkon? Composteren kun je leren | Atlas Leefomgeving
- Bestrijdingsmiddelen en het milieu | Milieu Centraal
- Klimaatadaptatie |Milieu Centraal
- Insecten en dieren in je tuin | Milieu Centraal
- Tuinbezitters in Nederland | Stichting Steenbreek (2023)
Tekst Maaike de Leeuw en Arjan Bouwmeester, Milieu Centraal
Foto's: Sjon Heijenga; Willy Heijenga, Milieu Centraal; Pixabay; Jan van der Straaten, Saxifraga; Rick Boerboom
Figuren: Atlas Leefomgeving; Milieu Centraal; Atlas Natuurlijk Kapitaal