Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) roepen mensen op om sterren te gaan tellen. Daarmee willen ze een nieuwe jaarlijkse traditie in het leven roepen: sterren kijken voor de wetenschap. Het doel? Mensen meer bewust te maken van de toenemende lichtvervuiling. De tweede meting start zaterdag 19 februari. Een nieuwe GIF op de Atlas geeft een beeld van de lichtvervuiling in Nederland van 2012 tot 2020.
De Rijksuniversiteit Groningen heeft in het kader van het programma De donkerte van de Wadden een duisternismeetwerk. Maar ze kunnen niet overal meten, stellen ze op hun website. Daarom roepen ze nu de hulp in van het publiek. Ze willen deze meetactie elk jaar herhalen om zo samen met de burgers in Noord-Nederland duisternis in kaart brengen. Of wat daar nog van over is.
Sterrenkundige Theo Jurriens legt aan RTV Drenthe uit dat in heel Nederland het donker langzaam verdwijnt. “Alleen in Drenthe is een lichtpuntje waar het mooi donker is. Duisternis is zo belangrijk, omdat ieder mens een biologische klok heeft. En als die wordt verstoord, dan raken we van slag. Ook dieren, zoals koolmezen, hebben last van het licht. Echte duisternis wordt steeds zeldzamer. Elke generatie groeit op met minder sterren en heeft geen herinnering aan hoe het vroeger eruit zag. “De sterrenhemel is universeel erfgoed,” stelt Jurriens in Trouw. “Het zou toch triest zijn als we straks niet meer Grote Beer aan de hemel kunnen zien.”
Het tellen van sterren geeft volgens de onderzoeker een beeld hoe duister het echt is. Want dan kun je een vergelijking maken. Ook is het zelf tellen van sterren een mooie prikkel om de sterrenkunde te beleven. En om mensen bewust te maken van de toenemende lichtvervuiling.
Mooie tijdsreeks geeft beeld van lichtuitstoot
Nederland is een van de meest verlichte landen van de wereld. Zo werd het de afgelopen honderd jaar zo’n 125 keer lichter. Op de Atlas vind je een nieuwe GIF. Deze toont de lichtemissie van 2012 tot 2020 op basis van satellietbeelden van de NASA die met het nieuwe VIIRS-instrument zijn gemaakt. Met dit in 2012 op een satelliet gelanceerde instrument zijn veel scherpere beelden gemaakt dan met het vorige instrument, DMSP-OLS . Vanaf 2012 is er dus een mooie tijdreeks die de wereldwijde lichtemissie over de jaren heen toont. De waarden op de kaarten zijn gebaseerd op een berekening van een jaargemiddelde van alle opnamen. De dagen met een volle maan of bewolking zijn eruit gehaald.
Op de GIF zie je hoeveel licht je van bovenaf ziet, uitgedrukt in 10-10 Watt per vierkante centimeter per steradiaal (ruimtehoek). Door de jaren naast elkaar te leggen, kun je zien waar de lichtvervuiling in ons land is toegenomen. Vergelijken we 2012 met 2020, dan zien we het platteland (het gebied tussen steden) iets lichter worden.
Dit effect lijkt op de kaart dramatisch groot. In werkelijkheid gaat het slechts om enkele eenheden. Toch kan ook zo’n kleine verandering visueel voor mensen als een groot effect aanvoelen. Juist op plekken waar mensen gewend zijn aan weinig licht, valt het meer op als er een beetje meer licht is. In de stad met veel licht vallen die veranderingen minder op, daar is immers al veel licht.
Ook in de stad is het iets lichter geworden. Vergelijken we 2012 met 2020, dan zien we Amsterdam en andere grotere steden roder/paarser oplichten. Maar ook het kassengebied, het IJmondgebied en plekken zoals Middenmeer.
Lichtpuntje
Wel is er een lichtpuntje. Volgens een rapport van het onderzoeksbureau NachtMeetnet stijgt ons lichtgebruik minder sterk dan eerst. Het onderzoek, gefinancierd door Staatsbosbeheer en de provincies Utrecht en Groningen, maakt gebruik van metingen vanaf de grond en van satellieten. De onderzoekers concluderen dat de jaarlijkse stijging tussen 3% en 5% per jaar in Nederland van de 20e eeuw niet doorzet . Maar zo stelt Wim Schmidt, één van de onderzoekers in de Volkskrant: Nederland is en blijft één van de meest verlichte landen ter wereld en dat zal voorlopig niet veranderen.
Meedoen met sterren tellen?
Woon je in de provincie Groningen? Doe dan mee met de sterrentelactie en help de onderzoekers De eerste meetperiode liep tot 6 februari. Maar je kunt nog meedoen aan de tweede meting. Die start zaterdag 19 februari en loopt tot 3 maart. Je kunt een avond meedoen of elke avond. Elke meting is volgens de onderzoekers de moeite waard. En nu maar hopen op goed weer na de storm Eunice. Want bij slecht of bewolkt weer is het erg moeilijk sterren kijken.
Sterren weer terugbrengen in de stad
In het project Seeing Stars werken kunstenaar Daan Roosegaarde en UNESCO Nederland samen om het ervaren van sterren als universeel erfgoed te erkennen. Seeing the stars wil de sterren weer terugbrengen in de stad. Licht uit en sterren aan. Want op de GIF hierboven zagen we al dat juist in veel steden de lichtvervuiling toeneemt. Als er ’s nachts veel licht is, zijn er minder sterren. Je ziet steden dan ook duidelijk geel/oranje oplichten op de kaart Hemelhelderheid in de nacht op de Atlas. Deze kaart geeft een beeld van het aantal zichtbare sterren in Nederland. Op de blauwe plekken zie je veel sterren (soms meer dan 1900 sterren) en op de geel/oranje plekken zijn dat er minder dan 50 tijdens een onbewolkte nacht. Als het bewolkt is (zie linkerkaart), is het effect van lichtvervuiling nog sterker en zie je nog minder sterren.
Wereldprimeur voor Franeker
Op 14 december 2021 maakte Franeker naam met een wereldprimeur. De complete stad deed alle verlichting uit voor het project Seeing the stars. Met als beloning een prachtig sterrenvoorstelling. Hoe dat eruit zag, zie je in het mooie YouTube-filmpje. “Het is de eerste keer dat ik als kunstenaar iets weghaal in plaats iets toevoeg,” stelt Daan Roosengaarde in een interview. “Maar door de kunst van het weghalen toon ik iets wat we vergeten zijn: de verbinding met onze natuur.”
Lichtvervuiling is volgens Roosengaarde relatief eenvoudiger op te lossen dan andere soorten vervuiling. Simpelweg door vaker het licht uit te doen. De kunstenaar pleit er voor om een onderscheid te maken voor functioneel-, veiligheids – en onnodig licht. Denk bijvoorbeeld aan reclameborden om twee uur ’s nachts, bedrijfsverlichting die ‘s nachts aanstaat of verlichte winkels. Waarom staat dat licht aan en voor wie? vraagt Roosengaarde zich af. Het lijkt Roosengaarde fantastisch als meer steden gehoor aan de oproep geven en het uiteindelijk een gewoonte wordt om het licht periodiek uit te doen.
Seeing the stars krijgt in elk geval een vervolg in Leiden deze zomer in het kader van Leiden European City of Science. Een deel van het centrum rond de Oude Sterrewacht zal dan voor maximaal een uur in het duister worden gehuld. Een datum is er nog niet. Dat kan ook niet, want het moet gebeuren tijdens een onbewolkte nacht. En Leiden kan geen koffiedikkijken.
Op naar het donker en meer sterren!
Als Atlas kunnen we ook geen koffiedik kijken. Maar hoe mooi zou het zijn als we straks weer wat vaker naar sterren kunnen kijken? En een toekomstige GIF-trendfiguur minder lichtvervuiling laat zien? Het mooie is dat iedereen daar met een druk op de knop aan kan bijdragen. Op naar het donker en meer sterren!