Waddenzee vogels

Het wordt natter en de zeespiegel gaat stijgen. Dat weten we van de KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut)-scenario’s van vorig jaar. Overstromingen en extreme natheid hebben niet alleen invloed op de mens. Ook de natuur krijgt het zwaarder te verduren als het water komt. Zien we straks het pimpernelblauwtje nog wel terug? Wat is het effect van overstromingen en wateroverlast op de natuur?

Met een verrekijker speurt een enthousiaste vogelaar het weiland af. Vandaag móét hij hem zien: de zeldzame blauwe kiekendief. De aanhouder wint, toch? Zijn timing is goed, want de blauwe kiekendief tref je alleen nog in de winter in ons land aan. Het zou een onvergetelijk beeld opleveren, de volwassen kiekendief die laag over het kale winterse landschap jaagt op een lekkere veldmuis. Of misschien wel twee. Maar de vogelaar kan blijven turen tot hij een ons weegt, er is geen blauwe kiekendief te zien. Net als op al die andere winterdagen…

Als broedvogel is de blauwe kiekendief bijna uit ons landschap verdwenen (pdf: 7 MB). Op de Waddeneilanden waren vorig jaar nog maar drie nesten. Twee op Terschelling en een op Texel. De oorzaak? Waarschijnlijk een schrijnend tekort aan voedsel. Konijnen en woelmuizen vormen het favoriete menu van de blauwe kiekendief en deze nemen af op de Waddeneilanden. Elders zoeken heeft weinig zin. De intensief gebruikte landbouwgebieden bieden ook nauwelijks voedsel voor de kiekendief.  

Blauwe kiekendief (eenmalig gebruik!)

Toch een prachtig beeld, zo'n vliegende kiekendief (Bron: Jankees-Schwiebbe)

PBL Planbureau voor de Leefomgeving (Planbureau voor de Leefomgeving) brengt risico’s en kansen klimaatverandering in kaart

Klimaatverandering gaat daar niet bij helpen, want juist konijnen en woelmuizen hebben het moeilijker in de winter als extreme natheid vaker gaat voorkomen. Dit blijkt uit een vorig jaar uitgebrachte studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over de risico’s en kansen van klimaatverandering voor de natuur in Nederland (pdf: 7 MB), onder andere voor de doelen van de Vogel- en Habitatlijn. Deze richtlijn vereist dat EU Europese unie (Europese unie)-lidstaten alle nodige maatregelen nemen om de populatie van vogelsoorten op peil te houden.  

Volgens het PBL vormt extreme natheid vooral risico’s voor zeer zeldzame habitattypen en soorten. De blauwe kiekendief staat niet alleen. Extreme natheid vormt ook een risico voor andere broedvogels op de Rode Lijst, een lijst met soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Zoals bijvoorbeeld de strandplevier, wiens populatie sinds de jaren zeventig sterk is afgenomen. Deze soort broedt in mei buitendijks, met name kleine schelpenstrandjes zijn favoriet. Extreem nat weer kan ervoor zorgen dat buitendijkse broedplaatsen overstromen. Ook voor andere Rode Lijst-soorten zoals de kwartelkoning, de bontbekplevier, de visdief en de grote stern kan extreme natheid nadelige gevolgen hebben.

Soortendiversiteit van Rode Lijst-soorten

 

 

Op de kaart Soortendiversiteit van Rode Lijst-soorten zie je de geschatte soortendiversiteit van de Rode Lijst-soorten in Nederland per kilometerhok. Klik op de kaart om deze te bekijken. 

Verdwijnt het pimpernelblauwtje?

Niet alleen bedreigde broedvogels komen onder druk te staan bij extreme natheid. Ook het pimpernelblauwtje, een bedreigde dagvlinder, loopt gevaar bij toenemende natheid. In ons land tref je alleen nog pimpernelblauwtjes aan in het natuurgebied de Moerputten bij Den Bosch. Als het pimpernelblauwtje als rups uit het ei is gekomen, eet hij drie tot vier weken van de waardplant grote pimpernel. Daarna eet de rups vooral mierenlarven. Juist mieren krijgen het moeilijk in een te natte omgeving. Dit kan een bedreiging vormen voor de nu al kwetsbare populatie pimpernelblauwtjes.

Hoe lang blijven we het pimpernelblauwtje nog zien in Nederland? (Arthur van Dijk)

Onze unieke zinkweiden zullen verdwijnen bij overstromingen. Zeldzame zinkflora vind je alleen nog aan in de overstromingsvlakte van de Geul in Zuid-Limburg. Bij overstromingen kan het zink in dit gebied wegspoelen. Als het zink wegspoelt, verdwijnen ook zinkminnende planten zoals het zinkviooltje, de zinkboerenkers en het zinkschapengras.

Zoetwaterpulsen

Extreme regenbuien kunnen ertoe leiden dat rivieren het water niet kunnen verwerken. Er kunnen zoetwaterschokken of -pulsen ontstaan, die afstromen in zee. Deze kunnen lange tijd invloed hebben op de ecosystemen in het kustgebied. Zandbanken in de getijdengebieden en langs de Noordzeekust kunnen blijvend overstromen. Dit heeft nare gevolgen voor de daar gedijende flora en fauna, zoals zeegras, kokkels, jonge vissen en schelpdierlarven. Professor Pavel Kabat, de eerste voorzitter van de Waddenacademie, stelde in 2009 dat enkele dagen van deze zoetwaterstromen door recordhoeveelheden water uit de Rijn en de IJssel kunnen leiden tot massale sterfte van het bodemleven. Het herstel kan jaren duren.  

Effect zeespiegelstijging op natuur

De PBL-onderzoekers keken naar het verwachte effect van de zeespiegelstijging op de natuur. Vooral mariene habitattypen lopen risico. Wad- en zandplaten kunnen letterlijk ‘verdrinken’ met ingrijpende gevolgen voor de soorten die er leven. Denk alleen al aan de vele wadvogels, zoals Noordse stern. Deze in Nederland zeldzame broedvogel staat sinds 2017 op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Bekend als recordhouder in  de lucht: zo vloog een gezenderde Nederlandse stern ooit 90.000 kilometer in een vluchtseizoen. Deze vogel broedt in de lager gelegen delen van het Wad en kweldergebied in open gebieden op de grens van water en land. Dit gebied is heel gevoelig voor overstromingen. Nu al spoelen nesten vaker weg. Een verdere stijging van de zeespiegelstijging zal niet helpen.

Noordse Stern

De Noordse stern, recordhouder in de lucht

Ook voor andere broedvogels als de karakteristieke lepelaar, met zijn sierlijke kuif en geeloranje borstkleedje, is zeespiegelstijging slecht nieuws. Deze soort broedt vooral in het waddengebied in duinvalleien en kwelders. De lepelaar is behoorlijk honkvast. Deze soort zoekt steeds dezelfde plek uit om voedsel te zoeken. Ze komt altijd terug op de plek waar ze zijn geboren. Maar geen ‘home sweet home’ voor de lepelaar. Door zeespiegelstijging zal hun nest steeds vaker onderlopen en zal er steeds minder voedsel voor hen te vinden zijn.  

Zeehonden worden ook getroffen door de gevolgen van zeespiegelstijging. Jongen worden in de winter geboren op hoge zandplaten boven de vloedlijn, want ze kunnen nog niet meteen zwemmen. Door de zeespiegelstijging zullen veel zandplaten echter ‘verdrinken’ of kwetsbaarder zijn voor springvloed. Als er minder land beschikbaar is door de verdronken zandplaten, neemt het aantal zeehonden waarschijnlijk af.

Zeehonden worden ook getroffen door zeespiegelstijging

Voor niet-broedvogels komt daar nog een extra risico bij. In Nederland kunnen we nog maatregelen nemen, maar in andere landen langs de Afrikaans-Euroaziatische trekroute is dat mogelijk niet het geval. Dat maakt het risico van zeespiegelstijging voor veel soorten niet-broedvogels groot. Al zijn er veel onzekerheden. Kunnen wadplaten de stijging van de zeespiegel bijhouden, of gaan ze op den duur toch verdrinken? En hoe effectief zijn onze maatregelen als andere landen op de trekroute geen maatregelen nemen? 

Natuur als bondgenoot tegen wateroverlast en overstromingen

We kunnen veel leren van de natuur als het gaat om waterbeheer. Deze staat niet alleen onder druk, maar biedt tegelijkertijd ook oplossingen. Als wij rivieren een beetje helpen, kunnen ze ons weer helpen om slimmer met water om te gaan. Door meer ruimte aan rivieren te geven, kunnen hun uiterwaarden bij hoogwater zonder problemen onderlopen. Door rivieren weer te laten meanderen, gaat het water langzamer stromen en is de kans op overstromingen kleiner. Duik eens in dit rapport van Deltares(PDF) (pdf: 2,7 MB) als je meer wil weten over het benutten van de natuur voor waterbeheer.

In plaats van water zo snel mogelijk afvoeren, moeten we het langer koesteren. Dat kan door het creëren van natuurlijke klimaatbuffers. Dit zijn als 'spons' ingerichtte gebieden die water kunnen opvangen, vasthouden en geleidelijk weer vrijgeven. Dit helpt bij het verminderen van overstromingsrisico’s. Bij extreme regenval trekt het water beter in de bodem en wordt het vertraagd naar waterlopen afgevoerd. Ook zorgen deze buffers voor waterreserve tijdens droge periodes. Ze maken ons landschap ook mooier. Maatregelen die bijdragen aan het oplossen van waterproblemen – zoals het herinrichten van beken en het aanplanten van graften, bomen, hagen en heggen – zorgen ook voor een aantrekkelijk, biodiverser en robuuster landschap. Lees meer over natuurlijke klimaatbuffers op de website van Natuurmonumenten.

Geuldal

Het Geuldal is een mooi voorbeeld van zo'n natuurlijke klimaatbuffer. De noodsituatie in Limburg in de zomer van 2021 liet zien hoe urgent en belangrijk is om ons aan te passen aan klimaatextremen. Je ziet hoe alle watervertragende maatregelen als heggen, graften en bomen ook zorgen voor een prachtig landschap

Net zoals rivieren af en toe buiten hun oevers mogen treden, moet ook de zee meer ruimte krijgen. De Waddenvereniging pleit voor een overgangsgebied waar de zoute Waddenzee geleidelijk kan overgaan in het zoete achterland. Dit kan door bijvoorbeeld op sommige plekken gecontroleerd het zeewater over de dijk te laten komen in extreme omstandigheden. Door sedimentatie zal dit overgangsgebied langzaam iets ophogen. Dit leidt tot een bredere kustverdediging. Zo beschermen we niet alleen het unieke UNESCO-gebied dat zijn status als Wereldgoed dreigt te verliezen, maar creëren we ook een veilige plek voor mens en natuur. Meer weten wat de zeespiegelstijging voor gevolgen kan hebben voor het Waddengebied? Lees het artikel Verdrinkt de Waddenzee?.

Regenworm

Laten we regenworm niet vergeten! Met de toename van heftige regenbuien worden regenwormen onmisbaar voor waterbeheersing. Het Louis Bolk Instituut heeft onderzocht hoe zij de kwaliteiten van de regenworm ‘de pendelaar’ kan inzetten. De pendelaar graaft bijzonder diepe en bredere gangen die zorgen dat de bodem water veel beter kan opnemen. Dit betekent bij landbouwgronden minder kans op wateroverlast. Ook zorgen de diepe gangen (van soms wel twee meter diep) dat planten dieper wortelen. Lees meer in het artikel Waterregulatie door pendelende regenwormen(PDF) (pdf: 86 KB) in het tijdschrift Bodem.

Wat kunnen we van de vogelaar leren?

De vogelaar pakt zijn tas in, daar in dat winterlandschap. Vastbesloten om de volgende dag weer terug te komen, want ooit zal het hem lukken. We kunnen van hem leren dat we ons niet moeten laten ontmoedigen en moeten blijven zoeken naar innovatieve oplossingen voor wateroverlast en overstromingen. Het is ook eigenlijk best logisch, problemen in de natuur kunnen we alleen samen met die natuur oplossen. Alleen dan is er hoop voor de blauwe kiekendief en zijn lotgenoten.   

Doe mee met Atlas-inspiratiesessie over overstromingsrisico's in Nederland

Kaart Kans op een overstroming vanuit zee, meer of rivier

 

 

De kaart Kans op een overstroming vanuit zee, meer of rivier geeft kwetsbare en niet kwetsbare gebieden aan. Hoe roder de kleur in de kaart, hoe groter de kans dat er een overstroming kan plaatsvinden vanuit zee, meren of de grote rivieren. De gebieden die niet gekleurd zijn overstromen waarschijnlijk niet vanuit wateren, maar kunnen bij veel regen wel overstromen. Klik op de kaart om de kaart te bekijken. 

Atlas Leefomgeving organiseert op 25 maart 2025 de inspiratiesessie ‘Overstromingsrisico’s in Nederland; welke data zijn er en wat kun je er mee?' Luuk Rader, adviseur overstromingsrisico’s bij Rijkswaterstaat en betrokken bij het LIWO (Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen), geeft een inkijkje in overstromingsrisico’s en vertelt meer over Atlas-kaarten als Kansen op een overstroming vanuit zee, meer of rivier. Ook deelt hij welke overstromingsinformatie er nog meer beschikbaar is in bijvoorbeeld de Klimaateffectatlas en het LIWO. Na afloop weet je niet alleen waar je data kunt vinden, maar ook hoe je deze data moet interpreteren en hoe je zelf met deze data aan de slag kunt. Meld je aan op de website van de Atlas Leefomgeving.

Beeld: Jankees-Schwiebbe; Jeannine Brand; Kars Veling; Ron de Goede; Staatsbosbeheer; Vogelbescherming
Kaarten: Atlas Leefomgeving