Frambozen in voedseltuin

Milieu Centraal organiseerde in april de Week van de Groene Tuin. Het doel was om zoveel mogelijk mensen in beweging te krijgen om tuinen, balkons en straten (verder) te vergroenen en te verduurzamen. Atlas-medewerker Dieneke raakte geïnspireerd en ging aan de slag. Ze verving een terras door haar eigen mini-voedselbos. Maar dat ging niet zonder slag of stoot!

Aangestoken door alle verhalen over vergroenen en de Week van de Groene tuin wil ik aan de slag in mijn eigen tuin. Ik schreef al eens een rapport over moestuinieren en interviewde een auteur over voedselbossen. Nu wil ik zelf tegels wippen: een terras van 6 m2 vervangen door mijn eigen voedselbos. Practise what you preach. Maar mijn man zegt: “Laten we de tuin dan gelijk helemáál aanpakken. Mooiere tegels, het terras ophogen en een groen dak op de schuur!” De moed zinkt me in de schoenen. Dan moet er een plan komen, een offerte van een tuincentrum en een planning. En ík moet dat regelen! Daar heb ik helemaal geen zin in. En bovendien geen tijd voor. Verbeten denk ik: “Nou ja! Mag ik niet eens wat bloemetjes in mijn eigen tuin zetten?!”

De tuin voor, tijdens en een maand na het planten (Bron: archief Dieneke Schram-Bijkerk)

De tuin voor, tijdens en een maand na het planten (Bron: archief Dieneke Schram-Bijkerk)

Fluweelzachte frambozen in mijn handen

We komen erop uit dat ik tenminste een plan maak. Een plattegrond van de tuin en een plantenplan. Een beetje mopperend denk ik bij mezelf: “Waarom een plan eigenlijk? Die tegels moeten er gewoon uit!” Ik google wat en kom fancy ontwerpprogramma’s tegen. Maar nee, ik hou het simpel: ruitenpapiertje uit het wiskundeschrift van mijn zoon en met de rolmaat de tuin in. Een beetje op gevoel maak ik de plattegrond, waar ik met enige fantasie de tuin in herken. Dan pak ik het boek ‘Voedselbos’ en kijk welke planten ik wil. Nu word ik tóch enthousiast! Die namen alleen al: moerbei, viooltje, framboos….. Ik voel de fluweelzachte frambozen haast al in mijn handen.  

Begin gewoon: tegelwippen is leuk!

Als ik op een dag helemaal vast zit in mijn werk, pak ik de schop uit de schuur. Ik heb geen idee wat we  met de tegels gaan doen maar ze moeten er in elk geval uit! Ik wrik de schop onder de eerste tegel. Het is een beetje lastig om die eerste te pakken te krijgen, maar daarna gaat het als een trein. Hup, schop klein stukje onder tegel schuiven, steel naar beneden duwen en de tegel komt soepel omhoog. De tegels zijn zwaar, maar het lukt me om ze op een stapel te leggen. En door naar de volgende. Dit is superfijn. Mijn zoons komen helpen en ik denk: ‘Goed voor later, hopelijk bestraten zij hun tuin in de toekomst dan ook niet helemaal…!’

Zandbak

Een gele zandvlakte staart ons aan. Dat had ik me nog niet zo gerealiseerd: het bestratingszand moet je grotendeels weghalen en vervangen door vruchtbare aarde (stap 3 van tegelwippen). Dan pas kunnen er planten groeien. Maar de jongens vinden het prachtig: even weer in de zandbak spelen, net als vroeger. Ook de poes van de buren gaat er even lekker in liggen rollen. Ik herinner me de groene schildpad die we als zandbak hadden op het terras. Het lijkt een eeuwigheid geleden. De tuin groeit met ons mee. We komen een mierennest tegen. Zoon Sem is blij: hij houdt binnenkort een spreekbeurt over mieren en maakt een foto. De foto krijgt een mooi plekje in zijn presentatie.

Tegels en zand op Marktplaats

Wat te doen dus met dat zand? Onder de tegels lag een laag van zo’n twintig centimeter. Dat lijkt niet zoveel, maar over het hele terras ging het toch om bijna één kuub! Tweederde moest daarvan weg om plaats te maken voor tuinaarde. Samen met mijn zoon Sem breng ik een grote IKEA-tas met zand naar de speeltuin verderop. Een heel gesjouw en daarna heb ik last van mijn rug. En ons zand ziet er veel grover uit dan het zand in de speeltuin. Dat gaat vast opvallen! Een jochie vraagt nieuwsgierig wat we aan het doen zijn. “Volgende keer moeten we ’s nachts gaan, mam!”, zegt Sem. Maar één kuub zand zijn heel veel zakken. Daar is de speeltuin vast niet blij mee en mijn rug zeker niet. Ik zet de tegels en het zand op Marktplaats: gratis ophalen.

Maar wat doen we met al dat zand? (Bron: Dieneke Schram-Bijkerk)

Maar wat doen we met al dat zand? (Bron: Dieneke Schram-Bijkerk)

Redder in nood

Onze redder in nood meldt zich al na vier dagen. Ongelooflijk! Een man rijdt zijn bus op onze oprit en pakt zijn schap. Hij schept het zand in een grote mand. Dan stort hij het in zijn busje. Ongeveer twintig minuten is hij bezig en ik zie een hoopje ontstaan in de achterbak. Dan de tegels erop stapelen. Het past niet allemaal in het busje. De volgende ochtend haalt hij de rest. Gelukkig: weer orde in de tuin. Door  naar de volgende stap!

Tuinaarde storten

Mijn man en ik gaan naar een tuincentrum en bestellen tuinaarde. Ze komen het diezelfde middag nog brengen! Nu geen helpende Marktplaats-man. Wel een aardige tuinman. Ik vraag hem om de aarde op de oprit te storten. De bak van de kiepwagen kiept hoger en hoger en de berg aarde wordt groter en groter. Nu moeten we zelf aan de bak. Met het hele gezin met emmertjes en opbergbakken. Eéntje schept, de ander brengt het naar de tuin, weer een ander stampt het plat. Voor een tientje krijg ik ook de oudste van zolder. Op een gegeven moment staan we met z’n vieren te stampen en dansen in de tuin om zoveel mogelijk grond in de tuin te krijgen. 

Overschot

Ondanks het stampen houden we acht vuilniszakken met tuinaarde over. Ze staan hopeloos in de weg op ons nu kleinere terras.  Er is nauwelijks meer ruimte om de fietsen in de schuur te zetten. En dan komt de  folderman ook nog twaalf pakken folders brengen voor het bijbaantje van de oudste. Kortom: een blokkade. Zo komen we de tuin niet meer in of uit! Gelukkig kunnen we een paar zakken bij vrienden kwijt. “Ik zet de rest anders wel op Marktplaats”, roep ik gauw, voordat mijn man de kans krijgt om te klagen.

Duurzaam gekweekte planten

Dan komt het leukste gedeelte. De planten bestellen die ik op het plattegrondje ingetekend heb. Ik heb gehoord dat je het beste duurzaam gekweekte planten kunt kiezen. Anders zijn er bestrijdingsmiddelen gebruikt bij het kweken. Gelukkig zijn er allemaal leuke websites met biologische zaden en planten. En ook het tuincentrum in mijn buurt heeft sinds kort een aantal duurzame gekweekte planten (vanuit de campagne Heuvelrugtuinen).

Ik bestel online een ‘Eetbaar bloementuintje’ met daglelie, kaasjeskruid, viooltje, slangenkruid, dropplant en honingmeloensalie. Dat klinkt goed, toch?! Er zitten ook zaden van Oost-Indische kers en goudsbloemen bij. Ik koop ook een mini-frambozenstruikje en drie mini-appelboompjes. Ideaal, want die worden niet te hoog.

Een geurige doos eetbare bloemen

Een paar dagen later bezorgen ze de box. Ik maak hem open en ruik de geur van bloemen en aarde. Dat is nog eens leuk ‘unboxen’! Het viooltje is al in bloei. Ik pluk er wat van voor op mijn couscoussalade. Dan gaan de planten de grond in. En ik kijk er tevreden naar, elke keer als ik buiten zit. Veel leuker dan zo’n grijze vlakte. Zeker nu de planten steeds groter worden en (bijna) gaan bloeien. Een merel pikt zijn maaltje bij elkaar. Ik hoor een hommel en zie een vlinder. Het werkt echt: er is nu meer leven in de tuin! Ze weten ook de planten die ik al had beter te vinden. Dit motiveert me om de tuin verder aan te pakken. Misschien is dat groene dak van mijn man nog niet zo’n gek idee!

Gelijk oogsten: viooltjes! (Bron: archief Dieneke Schram-Bijkerk)

Gelijk oogsten: viooltjes! (Bron: archief Dieneke Schram-Bijkerk)

Zelf aan de slag?

Ben je geïnspireerd en wil je ook die tegels in je tuin eruit wippen? Kijk op de website  Tegelwippen voor tips en een stappenplan.