afbeelding
Hoeveel mensen hebben last van treingeluid?
Ons spoorwegnet is het drukst bereden van heel Europa. Dat kan overlast geven. Een landelijk onderzoek laat zien dat 2,8% van de Nederlanders ernstige hinder ervaart van treingeluid in 2022. Dat zijn zo’n 409.000 mensen van 16 jaar en ouder. Dit aantal is hoger dan in 2021, toen 1,7% ernstig gehinderd was. Een veel voorkomend probleem is dat mensen slecht slapen door treingeluid, bijvoorbeeld in 2022 had 0,7% van de Nederlanders last van ernstige slaapverstoring.
Op de website van ProRail staan verhalen van omwonenden over geluidhinder.
Trillingen van treinen
Naast geluid, geven treinen ook trillingen. Denk aan het gerommel als een trein langsrijdt. Of aan trillende kopjes, ramen en deuren. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft hinder van trillingen gemeten bij mensen die binnen 300 meter afstand van het spoor wonen. In 2021 had ongeveer 11 procent van deze mensen ernstige hinder van trillingen. Het gaat naar schatting om 126.500 personen. Zij hebben last van irritatie, boosheid en onbehagen. ’s Nachts kunnen deze trillingen hun slaap ernstig verstoren. Vooral de trillingen van goederentreinen veroorzaken hinder en slaapverstoring. Gebieden in de buurt van spoorbruggen, tunnels en grote stations met veel parallelle sporen zijn daarin niet meegenomen. Voor geluid van treinverkeer bestaat wetgeving, voor trillingen door treinen niet of nauwelijks.
afbeelding
Gezondheidseffecten door treingeluid
Lawaai kan hinder geven en de slaap verstoren. Slaapproblemen kunnen leiden tot vermoeidheid en concentratieproblemen overdag. Het RIVM schat dat jaarlijks 2 tot 85 mensen hart- en vaatziekten krijgen door treingeluid. En dat daar gemiddeld 1 tot 10 personen aan overlijden.
De WHO adviseert de geluidsniveaus onder de 54 dB (Lden) te houden om de gezondheid te beschermen. Voor de nacht is de WHO-advieswaarde 44 dB (Lnight).
Hoeveel lawaai maakt een trein?
In een rustige straat is het geluidsniveau gemiddeld 50 dB, maar dicht langs het spoor gemiddeld 60 tot 70 dB. Als een trein langskomt kan dit oplopen naar 80 tot wel 90 dB. Veel spoorwegen zijn de afgelopen jaren drukker geworden, met daarbij toenemende geluidsniveaus en toenemende hinder.
Ook het rinkelen van de overwegbellen en werkzaamheden kunnen hinder geven. "Buiten zitten en slapen met het raam open was soms niet te doen", zei een bewoner toen de spoorweg tussen Zutphen en Hengelo werd aangepakt. Een ander zei: "wat moet dat moet". Lees hun verhaal op de website van Prorail.
Welke maatregelen helpen?
De Rijksoverheid, vervoerders en Prorail pakken geluidshinder aan met bijvoorbeeld:
- stillere treinen;
- glad slijpen van het spoor en de wielen;
- andere remsystemen;
- andere bruggen;
- raildempers;
- geluidschermen of geluidswallen;
- isoleren van woningen.
Hoeveel treingeluid is toegestaan?
De Rijksoverheid maakt elke 5 jaar een kaart van het treinverkeersgeluid. De kaart laat precies zien waar geluid meer of minder is geworden. En waar acties nodig zijn om geluidsoverlast tegen te gaan.
In de wet Milieubeheer staat hoeveel geluid is toegestaan bij woningen langs het spoor. De maximale grenswaarden heten ‘geluidproductieplafonds’. Aan beide kanten van het spoor liggen plekken waarvoor de overheid het geluidniveau berekent. Elke plek heeft zijn eigen geluidproductieplafond. Het gemiddelde treingeluid over één jaar mag niet boven die waarde uitkomen.
Als het geluidsniveau boven het geluidsproductieplafond ligt, nemen Prorail en de overheid maatregelen. Denk aan het plaatsen van geluidswallen of woningisolatie. Let op: de geluidproductieplafonds gelden alleen voor het hoofdspoorwegennet. Bekijk de video van Prorail voor meer uitleg over geluidproductieplafonds.
Praktijkvoorbeeld: zelf geluid meten in America
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) deed samen met bewoners onderzoek naar treingeluid en hinder in het dorp America (Noord-Limburg). De inwoners van America ervaren steeds meer hinder van het spoor. Ze herkenden zich niet in de landelijke kaarten met de berekende geluidsniveaus. Bijvoorbeeld omdat geluidpieken en het aantal treinen dat ‘s nachts rijdt daarin niet genoeg zijn terug te zien. Een inwoner zei over de landelijke geluidkaarten: “het gaat niet over ons en is niet bruikbaar voor onze situatie, maar toch ‘voedt’ het beleid dat ons raakt”.
Met 18 geluidmeters gingen de bewoners aan de slag en de resultaten waren real-time te volgen op het dataportaal Samen meten. Voorbijkomende treinen veroorzaakten geluidpieken waar inwoners acute ernstige hinder van hadden. Een inwoner zei na afloop: “Weet je wat ik de grootste meerwaarde van dit onderzoek vind? Dat we zelf kunnen kijken hoe erg de herrie was. En dan word je in je gevoel en in je gehoor gesterkt, zo van ‘zie je wel, dit voelde ook echt als een hele zware trein of - het lag niet aan de wind.’ En iedereen kan zien dat het ook echt zo is.”
afbeelding
Tabel met toegestane decibel
Woning | Voorkeursgrenswaarde | Maximaal toelaatbare waarde |
---|---|---|
Nieuwbouw bij bestaande spoorlijn | 55 dB | 68 dB |
Nieuwe spoorlijn bij bestaande woningen | 55 dB | 68 dB |
Nieuwe woningen of nieuwe spoorlijn?
Als er plannen zijn voor nieuwbouw of voor een nieuw spoor, dan moet de overheid inschatten wat het geluidsniveau zal zijn. De geluidsbelasting mag niet boven de voorkeursgrenswaarde uitkomen. Het is de bedoeling dat het geluid beneden die grens ligt, maar soms is meer geluid toegestaan. De grenswaarde is de bovengrens, die mag bijna nooit overschreden worden. Voor hoofdspoorwegen ligt de bovengrens (70 dB) hoger dan voor de rest van de sporen (68 dB).
Afbeelding
Wat verandert er in de Omgevingswet?
Op 1 januari 2024 is de omgevingswet ingegaan. De regelgeving voor geluid is daardoor veranderd. Eerst waren er regels voor de hoofdspoorwegen of als de situatie verandert (nieuwe woningen of spoor). Maar straks komen er ook grenswaarden voor andere sporen. De provincies besluiten waar nieuwe geluidproductieplafonds gelden. De gemeente besluit bij welk geluidsniveau ze maatregelen nemen. Dan leggen gemeentes ‘een basisgeluidemissie’ vast in hun omgevingsplan. Vraag bij je gemeente wat dat betekent voor jouw buurt.
Kijk ook eens bij